Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 6346

Nummer 6346
Datum 11-5-1958
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Hasselman 1079; Hasselman 1088
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Hasselman, A.H. (info)
Ontvanger(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1958
Dossiernummer
Trefwoorden Amerika, houding/positie van -
Amerika, militaire steun/wapenleveranties van - aan Indonesië
Australië, houding/positie van -
communisme
Djuanda, minister van Verkeer tot 7/'53; minister-president 4/'57-'58; vanaf '58: eerste minister onder 'premier' Sukarno
Jones, H. Palfrey, (acting) Assistent Secretary for Far Eastern Affairs St. Dept., ambassadeur van de VS te Djakarta '58 - '65
kabinet/-scrises/-sformaties, Indonesische -
McDermot, Brits ambassadeur te Djakarta; Under Secretary Far East FO
McIntyre, Sir Laurence R., ambassadeur van Australië te Djakarta; daarna te Tokio
Nasution, Abdul Harris, kolonel/lt.-generaal TNI, chef staf '55-'62, minister van Defensie '59-'66
nationalisatie/Indonesianisatie etc., compensatie van -/schadevergoeding voor -
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië)
pers/publieke opinie, Britse
pers/publieke opinie, Nederlandse
PKI, Partai Komunis Indonesia
PRRI, Pemerintah Revolusioner Republik Indonesia op Sumatra
seperatistische/opstandige bewegingen in de buitengewesten; zie ook Makassaraffaire(s); Molukkenopstand; PPRI en Permesta-affaire
Sjafruddin Prawiranegara (Masjumi), minister van Financiën '51, president van de Bank Indonesia '51-58, hoofd van de PRII
Sovjetunie, militaire hulp/ leveranties aan Indonesië van de - ; zie ook Oostbloklanden; wapenleveranties
Subandrio*
Verenigd Koninkrijk, houding/positie van -
Verenigd Koninkrijk, militaire steun/leveranties van - aan Indonesië
Annotatie Telegram Hasselman 1088 is gedateerd 12 mei 1958. T.a.p.

noot bij 'uw 74 aan Londen': in annotatie van recordnummer 6340.

slotnoot bij Hasselman 1079:
Bij tel. no 716 van 13 mei seinde Luns aan Hasselman onder verwijzing naar de in het slot van dit telegram vermelde 'persberichten inzake koersverandering van State Department', dat hij 'Amerikaanse tijdelijk zaakgelastigde ontboden en duidelijk gemaakt [had waarom hij] publicatie van de categorische ontkenning dat Dulles in Kopenhagen verontrusting had uitgesproken over mogelijke Indonesische aanval op Nieuw-Guinea, zo uitermate bedenkelijk [vond]. Door deze ontkenning, aldus Luns, 'is de situatie thans veel ongunstiger dan indien Dulles in Kopenhagen geheel over Indonesië had gezwegen.' Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1958.

noot bij Hasselman 1088, p. 2, bovenaan: 'Djuanda - - - verzekerd had dat van een compromis geen sprake kon zijn':
Op 14 mei seinde Hasselman onder no 1096, hierbij verwijzend naar bovenaangehaalde passage, dat het hem 'in gesprekken met enige Afro-Aziatische collega's waaronder de Egyptische ambassadeur, die ook als doyen persoonlijke betrekkingen met Sukarno onderhoudt, [was] opgevallen, dat deze de mogelijkheid van compromis tussen Djakarta en de rebellen niet steeds uitgesloten achten. Zij spreken ook over alsnog samengaan van Sukarno en Hatta, waarmede dan de rebellen de wind uit de zeilen genomen zou worden. Zij vragen zich daarbij wel af of de PKI een dergelijke gang van zaken zal tolereren.' T.a.p.


slotnoot bij Hasselman 1088:
Bij tel. no 717 van 13 mei seinde Luns onder verwijzing naar dit telegram aan Djakarta (met afschrift aan de posten te Washington, Londen, Parijs en Canberra): 'De zienswijze van enige Westerse ambassadeurs te uwent met name van Jones en McDermott ten aanzien van de politiek welke tegenover Indonesië dient te worden gevoerd komt mij uiterst bedenkelijk voor. Hun visie die blijkbaar op de houding van State Department en het Foreign Office haar invloed reeds doet gelden komt erop neer dat het Westen het Sukarnoregiem moet steunen in de hoop dat wanneer het de revolte zal hebben onderdrukt het het communisme een halt zal toeroepen. Het lijkt mij naïef om hierop te bouwen. Te vrezen is dat een gewelddadige liquidatie van de opstand het prestige van de communisten aanzienlijk zal verhogen en dat juist dan een situatie zal ontstaan waarin het de Indonesische regering moeilijker dan ooit zal zijn om zich van de communisten los te maken. Zeer terecht heeft u Jones een andere wijze voorgehouden om Indonesië voor het communisme te behoeden nl. de mogelijkheid van compromis tussen de rebellen en de regering. Een dergelijk compromis zou voor het communisme een gevoelige slag betekenen. Kenmerkend voor de positie, waarin de centrale regering zich bevindt, is haar standpunt dat van zodanig compromis geen sprake kan zijn. De communisten zouden zich hiertegen tot het uiterste verzetten en blijkbaar durft men deze krachtproef niet aan. Het zou van meer realiteitszin getuigen de Indonesische regering in de bestrijding van het communisme, welke zij zegt te beogen, hulp toe te zeggen, nadat zij zich bereid heeft getoond tot concessies aan de opstandelingen.'  Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1958.
Zie ook 6340: Hasselman 1056; Hasselman 1066
6360: Lovink 77
PDF afbeelding (404 KB)