Gegevens van record 6377
Nummer | 6377 |
---|---|
Datum | 8-7-1958 |
Soort | codetelegram(men) |
Kenmerk | Celer 76 |
Opschrift/Bijlage(n) | |
Verzender(s) |
ministerie van Buitenlandse zaken
(info)
|
Ontvanger(s) |
Lovink, A.H.J.
(info)
|
Plaats van opmaak |
Den Haag |
Plaats van bestemming |
Canberra |
Bewaarplaats | Archief ministerie van Buitenlandse Zaken |
Bestand | archief BZ, uitgaande codetel. Canberra 1958 |
Dossiernummer | |
Trefwoorden |
Australië, militaire steun van - aan Nederland Casey, Robert G., minister van Buitenlandse Zaken van Australië '51-'60 MacClure Smith, H.A., ambassadeur van Australië te Den Haag '55-'58 NG, defensie van - NG, Nederlands-Australische bestuurlijke/militaire samenwerking inzake - seperatistische/opstandige bewegingen in de buitengewesten; zie ook Makassaraffaire(s); Molukkenopstand; PPRI en Permesta-affaire Tomlinson, Frank S., Head Southeast Asia Department FO Verenigd Koninkrijk, houding/positie van - Verenigd Koninkrijk, militaire steun/leveranties van - aan Indonesië |
Annotatie |
slotnoot: Op 14 juli deed Van Boetzeler onder no 292 Luns telegrafisch verslag van een onderhoud met Tomlinson, hoofd Zuidoost-Azië afdeling van het Foreign Office, over 'de aankoop [door Indonesië] van militair materieel in velerlei landen'. Tomlinson beweerde volgens Van Boetzelaer 'dat er inzake Fairy Gannets geen nieuws was'. Hoewel hij zich over de wapenaankopen zelf niet al te druk maakte. verklaarde Tomlinson zich wel zorgen te maken 'over de stroom van technici van achter het ijzeren gordijn, die met de aankoop van zodanig materiaal vergezeld zou gaan. Dit gaf mij gelegenheid te zeggen', aldus Van Boetzelaer, 'dat wij niet alleen deze zorg delen doch ons bovendien afvragen waarvoor Indonesië dit militair materieel nodig heeft. Voor het onderdrukken van opstandige bewegingen in Java, op Sumatra of Celebes zijn torpedojagers en Migs immers van weinig waarde. Wij maakten ons daarom zorgen over Nieuw-Guinea. Op dit moment kon ik, zoals de staatssecretaris mij had verzocht, mededeling doen van hetgeen u aan McClure Smith inzake de verdediging van Nieuw Guinea hebt gezegd (zie uw 76 aan Canberra). Tomlinson had hierop zo weinig reactie dat ik indruk verkreeg dat hem hierover reeds iets ter ore was gekomen. Hij beperkte zich ertoe nogmaals te verklaren dat naar Britse mening niets erop wees dat Indonesië agressieve plannen tegen Nieuw-Guinea koesterde. De Indonesische regering zou slechts ten doel hebben orde op eigen zaken te stellen. Ik antwoordde dat zulks bij de bestaande chaos wellicht rationeel leek, doch dat het verleden ons had geleerd niet te vast te rekenen op een rationeel beleid zijdens Sukarno.' Archief BZ, ingekomen codetel. Londen 1958. Hierop verzocht Luns Van Boetzelaer medewerking Britse regering te vragen om bij voortduring haar invloed in Djakarta aan te wenden teneinde al het mogelijke te doen wat ertoe kan bijdragen, dat Indonesië zich van het plegen van agressie tegen Nederlands Nieuw-Guinea zal onthouden'. Telegram Celer 107 in archief BZ, uitgaande codetel. Londen 1958. |
Zie ook |
6376:
Lovink 98; Lovink 99; Lovink 102
6378: Lovink 105; Lovink 106; Lovink 107 6385: Celer 80 6416: Van Boetzelaer 333 6418: Van Boetzelaer 278 6489: Luns 159 |
afbeelding (212 KB) |