Gegevens van record 6385
| Nummer | 6385 |
|---|---|
| Datum | 19-7-1958 |
| Soort | codetelegram(men) |
| Kenmerk | Celer 80 |
| Opschrift/Bijlage(n) | |
| Verzender(s) |
ministerie van Buitenlandse zaken
(info)
|
| Ontvanger(s) |
Lovink, A.H.J.
(info)
|
| Plaats van opmaak |
Den Haag |
| Plaats van bestemming |
Canberra |
| Bewaarplaats | Archief ministerie van Buitenlandse Zaken |
| Bestand | archief BZ, uitgaande codetel. Canberra 1958 |
| Dossiernummer | |
| Trefwoorden |
Amerika, houding/positie van - Australië, houding/positie van - Australië, militaire steun van - aan Nederland Casey, Robert G., minister van Buitenlandse Zaken van Australië '51-'60 NAVO, 'common understanding' in de Raad van de - (NAR) NG, defensie van - NG, Nederlands-Australische bestuurlijke/militaire samenwerking inzake - Verenigd Koninkrijk, houding/positie van - |
| Annotatie |
slotnoot: Op 22 juli seinde Van Voorst, die op instructie van Den Haag er opnieuw bij Jandry van European Affairs op had aangedrongen dat de VS Indonesië zouden blijven afhouden van elke vorm van agressie tegen Nieuw-Guinea en dat de VS de terzake gegeven waarschuwing bij Indonesië levend zou houden, onder no 583 vanuit Washington aan Den Haag, dat Jandry gezegd had 'dat de VS uiteraard vasthielden aan de aan Indonesië gegeven waarschuwing. Doch hij zag kennelijk op dit ogenblik niet het moment gekomen deze waarschuwing ter herhalen. De door u in uw 80 aan Canberra wenselijk geachte druk van Australië op de VS lijkt mij daarom alleszins gemotiveerd.' Archief BZ, ingekomen codetel. Washington 1958. Op 25 juli seinde Lovink onder 112 in reactie op Celer 80, dat hij 'bij afwezigheid van Casey een gesprek [had gehad] met Tange en Plimsoll waarbij ik volledig de lijn van uw instructie heb gevolgd. - - - Er behoeft geen twijfel aan te bestaan dat de Australiërs zeer wel begrijpen dat ons beleid inzake Nieuw-Guinea op de huidige situatie moet worden afgestemd (referte punt 1 van uw 80). Tange merkte op het niet onmogelijk te achten dat Australië zijn standpunt zou herzien indien het tenslotte Amerika niet kon overtuigen van het grote belang voor Australië van de onaantastbaarheid van Nederlands Nieuw-Guinea. Casey heeft het plan eind augustus naar Washington te reizen ter gelegenheid waarvan hij de kwestie te berde zal brengen. Niet zonder reden had Casey aan het slot van zijn verklaring van 21 juli - - - over de gebeurtenissen in Libanon gezegd dat de gevaren niet alleen beperkt blijven tot het Midden-Oosten. - - - Evenzo had Menzies gisteren gesproken over het gevaar hetwelk in Zuid-Oost-Azië zou kunnen zijn ontstaan indien het westen in het Midden-Oosten passief was gebleven. Tange vroeg mij naar onze reactie op de gedachten van Casey voor benadering van de Philippijnen en Thailand (referte punt k van mijn 106), waarop ik geantwoord heb, dat het mij persoonlijk toescheen dat te dien aanzien enige voorzichtigheid geboden is teneinde te vermijden dat deze AA-landen, hoe sympathiek ook, de indruk zouden krijgen dat wij bemiddelaars zoeken.' - - - Archief BZ ingekomen codetel. Canberra 1958. |
| Zie ook |
6377:
Celer 76
6378: Lovink 105; Lovink 106; Lovink 107 |
| afbeelding (186 KB) |