Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 6396

Nummer 6396
Datum 6-8-1958
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Luns 271
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Ontvanger(s) Voorst tot Voorst, S.G.M. van (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming Washington
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, uitgaande codetel. Washington 1958
Dossiernummer
Trefwoorden Amerika, militaire steun/wapenleveranties van - aan Indonesië
communisme
Dulles, John Foster*, US Secretary of State '53-'59
Jandry, Deputy Assistant Secretary European Affairs St. Dept.
Nasution, Abdul Harris, kolonel/lt.-generaal TNI, chef staf '55-'62, minister van Defensie '59-'66
nationalisatie/Indonesianisatie etc., compensatie van -/schadevergoeding voor -
NAVO, 'common understanding' in de Raad van de - (NAR)
NAVO/Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
NG, aanval op -
Verenigd Koninkrijk, militaire steun/leveranties van - aan Indonesië
Young, Ph., ambassadeur van de VS te Den Haag '57-'61
Annotatie slotnoot:
Op 7 aug. seinde Van Voorst hierop onder no 615: 'Bij vergelijking van uw 271 en mijn 608 viel mij op dat Young UE zonder meer heeft gezegd dat "de Amerikaanse regering de NATO-raad op de hoogte zal brengen", terwijl Jandry mij in vage termen had aangeduid dat "de VS overwegen deze aangelegenheid in de NATO-council ter sprake te brengen, doch zouden dienaangaande gaarne ook eerst opinie van Den Haag vernemen." Desgevraagd deelde Benelux desk officer Cameron aan medewerker mede dat de instructies aan Young hadden geluid dat Amerika van plan is "in due course" de nieuwe wapenleveranties in de NATO-raad voor te brengen. Jandrey had daaraan uit zichzelf nog toegevoegd het bovengestelde door mij geseinde, nl. dat men eerst de reactie van Den Haag wenste te vernemen alvorens de kwestie in NATO voor te brengen. Dit zou zijns inziens des te gemakkelijker gaan daar de raad thans niet in zitting is en er voldoende tijd voor deze consultatie beschikbaar is. - - -  Mij uiteraard aan UE's beter oordeel refererend is bij mij de vraag gerezen of, hoewel in feite hier een afwijking plaatsvindt van in maart in NATO-raad bereikte "common understanding" het niet de voorkeur verdient deze kwestie thans n i e t in NATO-raad op te brengen. De VS hebben aan deze aangelegenheid geen publiciteit wensen te verlenen en er is hier geen sprake van een dusdanige spectaculaire levering van wapens dat de "common understanding" daarmee zijdens de VS geheel wordt opzij geschoven. Het zou nl. wel eens kunnen zijn dat de Britten de gelegenheid zouden aangrijpen (vide UE's gesprek met Selwyn Lloyd vermeld in uw 214 [in de annotatie van recordnummer 6384]) de "common understanding" ten aanzien van meer belangrijke wapenleveringen te ondermijnen dan zulks door de VS thans geschiedt.' Archief BZ, ingekomen codetel. Washington 1958.
     Hierop seinde Luns op 11 aug. onder no 280 aan Van Voorst, dat het hem 'zeer gewenst [leek] dat de VS van de nieuwe wapenleveranties aan Indonesië in de NAVO-raad mededeling doen onder de uitdrukkelijke verklaring zich aan de NAVO-understanding van 27 maart jl. gebonden te blijven achten. Weliswaar is hieraan het gevaar verbonden dat de beperkte Amerikaanse leveringen, die door de VS zullen worden voorgesteld als met de NAVO-beslissing nog wel verenigbaar, andere landen, bijvoorbeeld Engeland, ertoe kunnen brengen tot omvangrijker leveranties over te gaan. Het gevaar van hier bedoelde kettingreactie lijkt mij echter groter wanneer de Amerikaanse leveranties in de NAVO-raad in het geheel niet ter spake komen. In dat geval zou men kunnen concluderen dat de common understanding blijkbaar niet werkt en elk land zijn eigen weg kan volgen.
De leveranties zullen ook niet geheim kunnen blijven. - - - U gelieve derhalve State Department mede te delen dat bedoelde Amerikaanse mededeling in de NAVO-raad door mij op prijs wordt gesteld. U kunt hieraan toevoegen dat aan Nederlandse zijde op deze mededeling van de VS zal worden gereageerd met een betoog, waarin begrip wordt geuit voor de Amerikaanse bezorgdheid dat Indonesië te zeer afhankelijk wordt van het communistisch blok als het van het Westen zelfs geen wapens krijgt om in eigen land de orde te herstellen. Voorts zal dezerzijds met nadruk worden gesteld dat het voor Nederland evenwel van het grootste belang blijft dat de Indonesische strijdmacht niet wordt versterkt met wapens en verdere uitrusting die in het bijzonder gevaar oplevert voor agressie tegen Nederlands Nieuw-Guinea.' - - - Archief BZ, uitgaande codetel. Washington 1958.

Op 9 aug. stelde Luns ook Lovink te Canberra onder no 90 telegrafisch in kennis van zijn onderhoud met Young op 5 augustus. 'De Australische ambassadeur', aldus vervolgens Luns, 'vertelde dat Young hem op de hoogte had gebracht van door Amerika besloten wapenleveringen aan Indonesië. De Australische ambassadeur had gereageerd met erop te wijzen dat met iedere levering van wapenen Amerika's directe verantwoordelijkheid dat Indonesië niets tegen Nederlands Nieuw-Guinea zou ondernemen, toenam en dat Amerikaanse regering zulks hopelijk inzag. McClure Smith had hieraan toegevoegd, dat deze opvatting het standpunt van de Australische regering weergaf. Young had geantwoord hij het persoonlijk geheel met deze these eens [was]. Voorts toonde ambassadeur mij tekst van telegram uit Canberra aan Washington van 5 dezer, waarin Australische ambassadeur opgedragen Amerikaanse regering wijzen op gevaren voor Australië van behoorlijk gewapend Indonesië, aangezien mogelijke Indonesische agressie tegen Nederlands Nieuw-Guinea vitale Australische belangen raakte. Dit telegram was verzonden, v o o r d a t  Australische regering kennis had kunnen nemen van jongste Amerikaanse beslissingen terzake het leveren van wapenen aan Indonesië. Aangezien Australië lid van Seato- en van Anzus-verdragen is, meende ambassadeur dat een dergelijke stap door Amerika niet kan worden genegeerd.'  Archief BZ, uitgaande codetel. Canberra 1958. Zie voor de houding van Australië ook no 6391.
Zie ook 6394: Luns 268: Luns 266
6395: Van Voorst 608
6397: Luns 275
6419: Van Boetzelaer 322
PDF afbeelding (458 KB)