Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 6414

Nummer 6414
Datum 20-9-1958
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Hasselman 1533; Hasselman 1534
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Hasselman, A.H. (info)
Ontvanger(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1958
Dossiernummer
Trefwoorden Amerika, houding/positie van -
Irian-(strijd)corpsen van Indonesië/ Badan Perdjuangan Irian; Gerakan Tjenderawasi Irian Barat/Nat. Front ter bevrijding van Irian; West-Irian Pioneers Corps e.a.; zie ook Bureau West-Irian
Lapian, sous-chef Directie Europa van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Indonesië
Mustopo, brigadegeneraal TNI, o.m. secretaris-generaal van het West Irian Pioneercorps
pers/publieke opinie, Indonesische
Subandrio*
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Indonesische
Annotatie Telegram Hasselman 1534 is eveneens van 20 september 1958. T.a.p.

slotnoot:
Onder verwijzing naar Hasselman 1533 verzocht  Buitenlandse Zaken onder no Celer 337 aan Van Roijen, mede ter attentie van Luns in New York, ten spoedigste de aandacht van het State Department te vestigen 'op oprichting "West Irian Pioneercorps" en te vragen of de regering van de VS voornemens is bij de Indonesische regering hiertegen bezwaar te maken. U kunt hieraan toevoegen dat wij op grond van de Amerikaanse verzekeringen dat de VS Indonesië hebben gewaarschuwd niet tot agressie tegen Nederlands Nieuw-Guinea over te gaan, verwachten dat de regering van de VS de Indonesische regering thans tot de orde zal roepen. U zou hierbij voorts kunnen wijzen op de rede van Dulles in de Algemene Vergadering van de VN over de onwenselijkheid om met geweld de status quo te veranderen (Schürmann 349 [in annotatie van recordnummer 6754]). Ook wij zijn voornemens bij de Indonesische regering te protesteren en zouden dit protest gaarne met een Amerikaanse demarche coördineren. Met instructie Djakarta wordt dus gewacht op uw reactie welke gaarne spoedigst wordt tegemoet gezien.' - - - Archief BZ, uitgaande codetel. Washingtom 1958.
            Onder verwijzing naar het hierboven aangehaalde  telegram gaf Buitenlandse Zaken op 15 sept. Hasselman opdracht  'alvorens te protesteren aanstonds aan Luar Negeri opheldering te vragen'. Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1958.
           Hierop seinde Hasselman op 23 sept. onder no 1538, dat  'Australische zaakgelastigde reeds gisteren nadere vragen [had] gesteld ten aanzien van Pioneercorps. Hij kon zulks toen echter slechts op lager niveau doen. Heden doet hij idem hoger en geeft daarbij uiteraard reeds eerste aanwijzing van onbehagen en misnoegen. Lawrey verwacht voorts instructies uit Canberra, misschien zelfs tot protest. Wellicht derhalve ook coördinatie met Canberra gewenst tenzij daardoor vertraging in onze eigen reactie zou veroorzaakt.' Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1958.
             Eveneens op 23 sept. seinde Buitenlandse Zaken hierop onder no Celer 109 aan Canberra: 'Verzoeke External Affairs doen weten dat een Australisch protest ons welkom zal zijn.Te uwer informatie diene dat Nederlands protest zal worden ingediend zodra bekend is of ook regering VS bereid is een stap te ondernemen.' - - - Archief BZ, uitgaande codetel. Canberra 1958.
             Onder verwijzing naar het hierboven aangehaalde Celer 337 seinde Van Roijen eveneens op 23 sept. onder no 734 uit Washington, dat hij Jandry, Elbricks vervanger, had voorgehouden
1. de positieve wenselijkheid van een Amerikaanse stap 'omdat 'Mustopo's uitingen toch wel zeer agressief' klinken;
2. de 'onjuiste gevolgtrekkingen' die Indonesië zou kunnen maken 'indien de VS geen waarschuwend geluid zou laten horen' - - -
3. het feit dat de bedreiging werd geuit door een m i l i t a i r, nog wel benoemd door Nasution zelf als SG van het Nationale Front - - -
Jandry's reactie was tamelijk positief; het bericht was State opgevallen en men had de ambassade te Djakarta om nadere inlichtingen geseind. Zodra deze zijn ontvangen - - - zal hij terstond met mij terzake contact opnemen' - - - . Archief BZ, ingekomen codetel. Washington 1958.
     In reactie op het hierboven aangehaalde Celer 109 aan Canberra seinde Van Roijen op 24 sept. onder no 738  voorts, dat hij zich afvroeg 'of het wel wenselijk is te wachten tot bekend is dat Amerika protest te Djakarta zal indienen - - - Gezien de Amerikaanse houding in het verleden acht ik het namelijk onwaarschijnlijk dat State Department, indien het [hiertoe al] bereid zal zijn - - - , dit in coördinatie met een Nederlandse demarche zal willen doen, daar het mijns inziens niet de schijn zal willen wekken anders dan op eigen initiatief en geheel onafhankelijk te handelen - - -.' T.a.p. Zie recordnummer 6444.
             Op 29 sept. seinde Hasselman onder no 1552 dat hij 'hedenmorgen opheldering aan Lapian [had gevraagd]. Hij beweerde aanvankelijk dat Nationale Front geen regeringsinstelling is. Toen ik wees op positie Nasution ging hij hierop niet verder in. Hij zou de zaak onderzoeken en mij nader berichten. Inmiddels verneem ik zijdens Australische zaakgelastigde dat hem bij navraag op Luar Negeri werd gezegd dat uitlatingen van Mustopo geheel ex tempore en dat zulks derhalve geen wijziging heeft gebracht in de Indonesische politiek van "vredelievende oplossing Irian-geschil" - - - Mustopo, wiens intellectuele capaciteiten door diegenen die hem kennen niet hoog worden aangeslagen, heeft aan Australische militair attaché gezegd "to have taken a middle of the road course". Mustopo meende blijkbaar tegemoet te komen aan die elementen die de Indonesische regering van slapheid in haar beleid ten aanzien van Nieuw-Guinea betichten.' Archief BZ, ingekomen codetel. Djaklarta 1958.
             Eveneens onder verwijzing naar Celer 106 seinde Insinger op 2 okt. onder no 165: 'Op 20 sept. benaderde Australische chargé d'affaires het Indonesische ministerie van Buitenlandse Zaken inzake de uitlating van Mustopo. De reactie van het Indonesische ministerie bestond in een herhaling van de verzekering dat de Nieuw-Guinea-politiek slechts door vreedzame middelen zou worden gevoerd. - - - Archief BZ, ingekomen codetel. Canberra 1958.
        Op 6 okt. berichtte Hasselman tenslotte onder no 1574 dat hij door Lapian was ontboden naar aanleiding van zijn verzoek om opheldering over de uitlatingen van Mustopo.'Lapian zei dat bedoelde uitlatingen gezien moesten worden in groter verband tegen achtergrond van stemming hier te lande over Nieuw-Guineavraagstuk. Indertijd ontvangen berichten omtrent uitzending van Nederlandse troepen naar Nieuw-Guinea had in Indonesië en vooral in Oost-Indonesië beroering verwekt. Er werden verschillende particuliere organisaties op touw gezet vooral ook in het oosten des lands waarvan sommige bepaald agressieve bedoelingen hadden. De regering heeft al deze particuliere organisaties ondergebracht in Nationaal Front om de gevoelens van het volk in de juiste richting te kunnen kanaliseren. Mustopo heeft bij zijn redevoering rekening moeten houden met al dit soort gevoelens en enigerlei concessie daaraan moeten doen. Hij heeft daarbij echter gesproken van steun bij een militaire actie "indien nodig". Het Nederlandse "eventueel" hierbij ten onrechte vertaald in het Engelse "eventual".  Ik zeide deze uitleg niet bijzonder bevredigend te vinden doch de hoofdzaak was of eerder gegeven verzekering dat Indonesische regering niet voornemens langs gewelddadige weg te trachten Nieuw-Guineaprobleem op te lossen, nog steeds van kracht is. Lapian kon dit bevestigen en verklaarde dat geen wijziging gekomen is in standpunt van Indonesische regering. Subandrio zei mij verleden zaterdag ongeveer hetzelfde doch gaf eerder indruk dat Mustopo "out of turn" gesproken had. Ook Subandrio herhaalde nog eens dat Indonesië niet voornemens is geweld te gebruiken tegen Nieuw-Guinea.'  Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1958.
Zie ook 6444: Van Roijen 814
6447: Hasselman 1605; Hasselman 1612
PDF afbeelding (198 KB)