Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 6432

Nummer 6432
Datum 21-10-1958
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Celer 123; Celer 124; Celer 137
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) ministerie van Buitenlandse zaken (info)
Ontvanger(s) Hasselman, A.H. (info)
Lovink, A.H.J. (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming Djakarta
Canberra
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, uitgaande codetel. Canberra 1958
Dossiernummer
Trefwoorden NG, Nederlands-Australische bestuurlijke/militaire samenwerking inzake -
subversie/spionnage/sabotage/corruptie
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Australische
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Indonesische
Annotatie Telegrammen Celer 124 en Celer 137 zijn gedateerd 22 oktober en 14 november 1958. T.a.p.

slotnoot:
Op 22 okt. stelde Buitenlandse Zaken onder circulairetelegram 79  70 posten ervan op de hoogte, dat Subandrio aan Jones een 'Ontwerp voor een militair pact tussen Nederland en Australië' had overhandigd. Omdat Luar Negeri haar buitenlandse posten had opgedragen 'bezorgheid hierover kenbaar te maken aan de regeringen waarbij zij geaccrediteerd [waren], verzocht Luns de Nederlandse vertegenwoordigers om, indien zij hierover werden benaderd, te 'volstaan met de mededeling dat het hier een vervalst document betrof. Ontkenning van het bestaan van een defensie-overeenkomst ware vooralsnog te vermijden, indien de vraagstelling zulks mogelijk maakt.' Archief BZ, circulairetelegrammen 1958.

slotnoot bij Celer 123 en 124:
Op 23 okt. seinde Lovink onder no 187 dat volgens Tange het zogenaamde 'pact g e e n Indonesische fabricage' was. Bron kon Tange mij niet mededelen maar hij zeide laconiek dat er toch Russiche ambassade [was] in Djakarta. Australische ambassadeur heeft opdracht mee te delen dat pact  n i e t  bestaat en ook niet aan de orde is.' - - -  Archief BZ, ingekomen codetel. Canberra 1958.
     Op 24 okt. vervolgde Lovink onder no 191: 'Tange deelde mij zojuist mede dat de Australische regering besloten heeft in verband met berichten in de wereldpers over zogenaamd militair pact  a a n s t o n d s  te publiceren dit pact pure inventie, niet bestaat en niet aan de orde'. T.a.p. Zie ook recordnummer 6450.
      Op 25 okt. seinde Lovink voorts onder no 193: 'Bij nader gesprek op External Affairs werd mij nog verzekerd dat helaas geen andere weg dan niet alleen bestaan pact te ontkennen, doch eveneens dit niet aan de orde. Mede met het oog op de aanstaande verkiezingen kon daarover geen twijfel worden gelaten. Ik heb gezegd dit wel te betreuren aangezien defensieovereenkomst toch eigenlijk normale ontwikkeling en bepaald geen onbehoorlijke zaak. Mijns inziens zou toch niet de bedoeling kunnen zijn alarmtoestand in Nederlands Nieuw-Guinea blijvend klokrond gehandhaafd, terwijl Australische Nieuw-Guinea rustig onder scherm leeft.' - - - T.a.p.
      Op 6 nov. seinde Luns onder verwijzing naar zijn hierboven aangehaalde circulairetelegram 79 onder circulaire no 82 aan diezelfde 70 posten, dat Australië besloten had 'officieel te verklaren dat pact pure inventie is, niet bestaat en niet aan de orde is. Dit besluit mede ingegeven door op handen zijnde verkiezingen in Australië. Deze ontkenning kan Indonesië echter nog geen volledige geruststelling geven aangezien vaker bestaande afspraken van deze soort formeel worden ontkend. Ik heb op vragen van communistisch kamerlid over bestaan militair pact dan wel formele of informele afspraak met Australië dan ook geantwoord dat ik geen vrijheid kon vinden tot antwoorden, daar Haagse overleg met Casey strikt vertrouwelijk informeel en consultatief karakter had. Het in onzekerheid laten van Indonesië op dit stuk lijkt mij mede van belang voor de beïnvloeding van de omstandigheden waaronder de aanstaande besprekingen tussen Casey en Subandrio zullen worden gehouden. Vooralsnog zie ik derhalve geen aanleiding richtlijn vervat in slot Celer circulaire 79 te wijzigen.' Archief BZ, circulairetelegrammen 1958.

slotnoot bij Celer 137:
Op 27 nov. deed Lovink onder no 193 als volgt verslag van een gesprek van McIntyre met Djuanda: 'McIntyre betoogde dat de Indonesische bedreigingen en activiteiten aanziens Nieuw-Guinea de Australische regering en het volk ernstig verontrusten. Gewapende aanval zou heftige reacties teweeg brengen en geruststelling zou gunstig werken. Van nieuwe Indonesische investeringswet zou wellicht weinig te verwachten zijn, gezien de behandeling van Nederlands belangen, waardoor internationaal weinig vertrouwen werd geschapen. Djuanda antwoordde van gewapende bedoelingen geen sprake. Overigens zou ontwikkeling van zaken ten aanzien van Nieuw-Guinea toch reeds in het voordeel van Indonesië zijn. Inderdaad werden hier en daar van Indonesische zijde strijdlustige en onverantwoorde uitlatingen gedaan, zoals destijds Nasution, die daarover onderhouden was. "Irian Barat" zou echter een "hobby" zijn van Sukarno, wiens woorden "uncontrolable" waren.' - - -  Archief BZ, ingekomen codetel. Canberra 1958.
Zie ook 6450: Van Roijen 827; Van Roijen 840
PDF afbeelding (255 KB)