Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 6479

Nummer 6479
Datum 2-1-1958
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Stikker 3
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Stikker, D.U. (info)
Ontvanger(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Londen
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingekomen codetel. Londen 1958
Dossiernummer
Trefwoorden bedrij(fsle)ven, houding/positie van het -
communisme
Hoyer Millar, Sir Frederick D., UK Permanent Under Secretary of State for Foreign Affairs
Japan, houding/positie van -
Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPM), taak/positie van de -
nationalisatie/Indonesianisatie etc., compensatie van -/schadevergoeding voor -
NAVO/Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
Nederlanders in Indonesië, houding/(veiligheids)positie van -
Oostbloklanden; zie ook Sovjetunie; Hongarije; Joegoslavië; Polen en Tsjechoslowakije
pers/publieke opinie, Nederlandse
scheepvaartaangelegenheden
Selwin Lloyd, J. Selwyn Brooke, UK Secretary of State for Foreign Affairs '55-'60,
Verenigd Koninkrijk, houding/positie van -
Annotatie slotnoot:
Op 12 jan. seinde Luns onder no 5 aan Londen: 'In voorlopig antwoord op uw 3 diene in verband met de aanstaande conferentie in Singapore het volgende. De Nederlandse regering begrijpt dat de ontwikkelingen in Indonesië ook andere landen bezighouden en deelt het inzicht dat het nodig is overleg te plegen over een "common doctrine for the future" met betrekking tot dit probleem en te trachten met de westerse bondgenoten een gemeenschappelijke gedragslijn uit te stippelen. Op het ogenblik zijn er enerzijds nog allerlei vraagtekens, anderzijds is het nog niet zover - afgezien van de communistische belangstelling welke als dreiging aanwezig is - dat derden staan te dringen om Indonesië binnen te gaan zeker niet wanneer dit investering zou moeten meebrengen. Alleen de scheepvaart kan uiteraard zonder veel risico trachten vrachten te krijgen. De Nederlandse regering zal het op prijsstellen indien de Britse regring haar "hands off policy" nog zou willen handhaven in afwachting van nader te plegen overleg. Ik zal binnenkort op dit probleem terugkomen.'  Archief BZ, uitgaande codetel. Londen 1958.
        Hierop seinde Stikker op 13 jan. onder no 18: 'Hoyer Millar, die ik overeenkomstig [uw 5] heb ingelicht, was dankbaar voor deze indicatie. Hij had niet de indruk dat van Britse zijde thans reeds van veel belangstelling sprake was. De mening van KPM dat het Holt concern bijzonder "eager" was deelde hij niet. Hoyer Millar onderschreef uw opvatting dat te volgen toekomstige gedragslijn aanziens handel en scheepvaart op den duur gemeenschappelijk onder ogen gezien moet worden. Hij noemde het "a matter of judgment" en onderschreef wenselijkheid van "common doctrine for the future."'  Archief  BZ, ingeomen codetel. Londen 1958.
Zie ook 6105: Stikker 273; Stikker 277; Stikker 285; Stikker 288; Stikker 290; Stikker 294
PDF afbeelding (278 KB)