Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 6614

Nummer 6614
Datum 17-7-1958
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Beyen 288
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Beyen, J.W. (info)
Ontvanger(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Parijs
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, postarchief Washington, NG-kwestie 1955-1963
Dossiernummer 921.151 Ind., aankoop oorlogsmat. door Ind. dl III
Trefwoorden Amerika, militaire steun/wapenleveranties van - aan Indonesië
Frankrijk, houding/positie van -
Oostbloklanden; zie ook Sovjetunie; Hongarije; Joegoslavië; Polen en Tsjechoslowakije
Sovjetunie, militaire hulp/ leveranties aan Indonesië van de - ; zie ook Oostbloklanden; wapenleveranties
Verenigd Koninkrijk, militaire steun/leveranties van - aan Indonesië
wapen(s)/oorlogsmateriaal, -transacties/embargo op -/vergunningen voor - voor Indonesië
Annotatie slotnoot:
In reactie op Beyen 288 seinde Buitenlandse Zaken op 21 juli onder no Celer 75 aan Parijs: 'Ons standpunt t.a.v. helicopters is onderdaad ongewijzigd gebleven, weshalve u wordt verzocht de ernstige bezwaren der Nederlandse regering tegen onderwerpelijke levering aan Indonesië op het Quai d'Orsay kenbaar te maken. U gelieve daarbij uiting te geven aan dezerzijds vertrouwen dat de moeilijkheden die de Franse regering in Algerije ondervindt haar begrip zullen doen hebben voor het Nederlandse standpunt.' T.a.p.
     Hierop seinde De Vos van Steenwijk op 15 juli dat hij bovenaangehaalde demarche had verricht bij Directeur Asie Oceanie Quai d'Orsay, die begrip toonde voor standpunt Nederlandse regering, maar zich niet wilde uitlaten omtrent uiteindelijke beslissing.' T.a.p.
     Nadat op 29 juli op Buitenlandse Zaken het telegram no 594 van Van Voorst uit Washington was ontvangen, waarin deze berichtte dat levering van vliegtuigen en helikopters, volgens de ICAO-norm te bestempelen als 'sea-resue equipment', 'under active consideration' van het State Department was stelde Rookmaker ten  behoeve van Blom het volgende memorandum op over de Franse en Amerikaanse plannen om Indonesië helicopters te leveren:
'Nu ons bekend geworden is dat de Amerikanen een levering van helicopters aan Indonesië overwegen dienen wij op korte termijn te bepalen welk standpunt wij hier tegenover moeten innemen. De helicopters vallen nl. onder de categorie van wapentuig waartegen wij bezwaar moeten maken met het oog op de veiligheid van Nieuw-Guinea doch uit Van Voorst 594 blijkt dat deze helicopters, ter voldoening aan de ICAO-voorschriften, voor "sea rescue" doeleinden zullen worden gebruikt. Volgens inlichtingen bij Marine ingewonnen zijn deze Amerikaanse helicopters groter en hebben zij ook een grotere actieradius dan de Franse Alouette, tegen levering waarvan wij in Parijs bezwaar hebben gemaakt. Indien wij consequent zijn zouden wij ons dus moeten verzetten tegen levering door Amerika van deze bij een aanval op c.q. infiltratie in Nederlands-Nieuw-Guinea gevaarlijke helicopters doch er dan op rekenen, dat ons zal worden tegengeworpen dat helicopters in een eilandenrijk als Indonesië voor "sea rescue" doeleinden onontbeerlijk zijn en dat deze hefschroefvliegtuigen tegen ons advies in toch zullen worden geleverd. Dit kan ten gevolge hebben dat de toch reeds geringe Amerikaanse geneigdheid om Nederland in leveranties aan Indonesië te kennen nog zal verminderen en voorts dat de Fransen zich benadeeld en wellicht gegriefd zullen voelen doordat zij onzentwil een leverantie hebben gemist van een belangrijk exportartikel, waarmede de Amerikanen wel goede zaken doen. Het is nl. zeer de vraag of wij de Fransen nog tijdig zullen kunnen waarschuwen indien de Amerikanen bij afwijzend advies inderdaad tot levering zouden blijken over te gaan. Indien wij tegen de Amerikaanse levering onder deze omstandigheden geen bezwaar maken kunnen wij ons moeilijk tegen de kleinere Alouette blijven verzetten en zouden wij Parijs hiervan alsnog spoedig op de hoogte moeten stellen. Gaarne ontvangt DBI instructies welke gedragslijn in deze moet worden gevolgd.'    
Blom tekende vervolgens op dit memorandum aan: 'Aan Young ware m.i. mede te delen, dat helicopters zeer gevaarlijk zijn voor Nieuw-Guinea en dat wij de Fransen zullen inlichten, omdat wij geen ongenoegen willen hebben met deze loyale bondgenoot.'  Archief BZ, GS 1955-1964 no 2035.
Zie ook 6403: Luns 298; Luns 299
6615: De Vos van Steenwijk 332; De Vos van Steenwijk 343
PDF afbeelding (145 KB)