Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 6664

Nummer 6664
Datum 9-10-1959
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Hasselman 628
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Hasselman, A.H. (info)
Ontvanger(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1959
Dossiernummer
Trefwoorden barterhandel
Chairul Saleh, minister van Veteranenzaken '57- '59; vervolgens minister voor Reconstructie
geldwezen
Indonesië, politieke/bestuurlijke aangelegenheden in -
Jani, Achmad, generaal, plv. chef staf TNI
Martadinata, admiraal E., chef staf ALRI vanaf '59
Nasution, Abdul Harris, kolonel/lt.-generaal TNI, chef staf '55-'62, minister van Defensie '59-'66
rechtspraak; zie ook APRA-arrestanten, (rechts)positie van -; Nederlanders in Indonesië, arrestatie/rechtspositie van en NG, (rechts)positie gevangenen op -
strijdkrachten, Indonesische, politieke conflicten binnen de/met de -
subversie/spionnage/sabotage/corruptie
Sukarno, positie/houding van -
Sukendro, A., brigade-generaal TNI, hoofd legerinlichtingendienst
Suriadarma, luchtmaarschalk, chef staf luchtmacht (AURI)
Annotatie inleidende noot:
Bij tel. no 588 van 14 sept. had Hasselman over de Gatot-affaire, die uitmondde in de arrestatie van Gatot, de opvolger van procureur-generaal Suprapto, geseind: 'Uit verschillende bronnen verkregen, elkaar grotendeels dekkende, informaties geven [hiervan] het volgende beeld - - -. Gatot had materiaal verzameld betreffende de corruptie van hoge legerofficieren, waarbij de geruchtmakende Priok-barterschandaal het hoofdbestanddeel vormde. De voornaamste betrokkene is kolonel Sukendro, hoofd legerintelligence (sterk anti-communist), voorts o.a. de kolonels Rusli, Ibnu Sutowo en Jani (vermoedelijk wegens "geschenken" -acceptatie in verband met militaire aankoopmissie). Gatot zou betrokkenen reeds hebben verhoord en daarbij op de voor hem kenmerkende ietwat ontactvolle manier zijn opgetreden. Hij zou tevens immorele gedragingen van hoge officieren en officiersvrouwen hebben gehekeld. Sukendro c.s. kwamen in tegenweer en voelden zich - na min of meer druk op Nasution te hebben uitgeoefend - sterk genoeg om het "amnestie"-aanbod van de terugkrabbelende Gatot als onvoldoende af te slaan. Gatot, beangst voor "ontvoering" zocht steun bij een familielid en mede de Sundanese chef-staf van de Marine Martadinata, doch een hem verleende mariniersbewaking heeft zijn arrestatie niet kunnen verhinderen. Wie verder gearresteerd zijn is nog niet bekend. Deze slag waaraan van legerzijde een anti-communistisch tintje is gegeven moet inderdaad in linkse kringen zijn gevoeld. Naar verluidt betekent dit vooral positieverzwakking voor Chairul Saleh. Volgens een zo juist ontvangen bericht zou deze zelfs eveneens zijn gearresteerd. De voornaamste vraag in hoeverre Sukarno van Gatots plannen op de hoogte was en/of er zijn zegen aan had gegeven valt momenteel niet met zekerheid te beantwoorden. Gatot placht wel in nauw contact met de president te staan. Heden is Sukarno - met een dag vertraging - in Djakarta teruggekeerd. In kringen van de Siliwangdivisie West-Java heerst merkbaar zekere onrust. Een voor het Sumatrafront bestemde troep heet tot nader orde niet te zullen vertrekken ten einde "zo nodig in Djakarta te kunnen worden ingezet".'  Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1959.

Zie voor een voorbeeld  van de oplopende spanningen binnen de Indonesische strijdkrachten ook recordnummer 6677.

Zie voor 'het presidentieel decreet no 6' de annotatie van recordnummer 6647. Zie ook recordnummer 6672.

Op 28 okt. schetste  Laboyrie de economische situatie en de stemming onder de bevolking in Indonesië als volgt: 'Vermoedelijk ten gevolge onrustbarend tempo waarmee 's lands financieel-economische situatie, ondanks jongste geldsanering aan het verslechteren is, ontstond het afgelopen weekeinde een ware paniekstemming op passars in grote steden toen geruchten de ronde deden dat thans coupures van 100 en 50 rupiahs niet langer wettig betaalmiddel zouden zijn. Zondagmiddag werden de geruchten door Djuanda over de radio gedementeerd evenals door Sukarno op bijeenkomst te Surabaja.  De boosaardige reactie van het volk betwist de stelling van de regering dat recente monetaire maatregelen de kleine man niet zouden hebben getroffen. De heftige reactie op markt op het geringste gerucht bewijst dat het vertrouwen in de munt alsook in financieel-economisch beleid van de regering nagenoeg is verdwenen. Toen ik gisteravond de gelegenheid had bovenstaande met Mohamed Rum te bespreken, bleek hij dit pessimisme te delen daaraan toevoegende, waar de regering met haar "Irian actie" inmiddels het productieapparaat kapot had geslagen, de situatie in Indonesië heden ten dage  best kon worden vergeleken met de toestand onder de Japanse bezettingstijd. Dankzij 's lands natuurlijke rijkdommen zal het overgrote deel des volks geen honger lijden. Kleding hebben wij voldoende voor enkele jaren en met onze versleten plunje zal de onderlaag van de bevolking het moeten doen in ruil voor elementaire levensmiddelen. Zo hebben wij het toen en zo kunnen wij het ook nu 5 jaar uithouden, aldus Rum.' - - - T.a.p.
Zie ook 6647: Hasselman 544
6672: Laboyrie 687
PDF afbeelding (215 KB)