Gegevens van record 6710
| Nummer | 6710 |
|---|---|
| Datum | 14-4-1959 |
| Soort | codetelegram(men) |
| Kenmerk | Luns 63 |
| Opschrift/Bijlage(n) | |
| Verzender(s) |
Luns, J.M.A.H.
(info)
|
| Ontvanger(s) |
Bentinck van Schoonheten, A.W.C.
(info)
|
| Plaats van opmaak |
Den Haag |
| Plaats van bestemming |
Parijs |
| Bewaarplaats | Archief ministerie van Buitenlandse Zaken |
| Bestand | archief BZ, GS 1955-1964 |
| Dossiernummer | 2038 |
| Trefwoorden |
McDermot, Brits ambassadeur te Djakarta; Under Secretary Far East FO NAVO/Noord-Atlantische Verdragsorganisatie Profumo, J., UK Minister of State for Foreign Affairs '59-'60; Secretary of State for War '60-'63 Verenigd Koninkrijk, militaire steun/leveranties van - aan Indonesië |
| Annotatie |
slotnoot: Op 15 april seinde Bentinck onder no 148 in reactie op Luns 63 o.m.: 'Bezocht hedenochtend minister of State Profumo teneinde uitvoering te geven aan de instructie vervat in slot van hogergenoemd telegram. Profumo zeide mij dat hij eigenlijk nog niet gedacht had over een spoedige mededeling aan de NATO, aangezien het hier betrof niet alleen licenties die al gegeven waren maar ook voor een belangrijk gedeelte licenties waren waarover slechts in principe was gesproken. Wat deze laatsten betrof sprak hij over een "hypothetical lifting of the ban". Naar aanleiding van mijn demarche zou Profumo zich met zijn chefs ten spoedigste beraden over het inlichten van de NATO op korte termijn. Profumo zeide dat de Britse regering alleen de verplichting op zich had genomen om de NATO in te lichten. Uitvoering van de genomen beslissing was echter niet afhankelijk gesteld van NATO-goedkeuring. In zijn gedachtengang zou dan ook na inlichting van de NATO niet automatisch een debat plaatsvinden. Ik gaf als mijn opinie, dat het betrekken van de NATO-raad in deze procedure wel degelijk betekende, dat daar ook debatten over de levering zouden plaatsvinden en dat het juist voor ons van belang was dat zulke debatten zouden worden gehouden voordat e e n van de landen een besluit tot levering had genomen, zodat voor een dergelijk besluit viel, het Nederlandse argument kon worden aangehoord en rekening kon worden gehouden met de standpunten van de andere bondgenoten. Vervolgens hebben wij weer de bekende voor deze materie gebruikelijke argumenten gewisseld.' - - - T.a.p. Met betrekking tot de uiteindelijk in de Commissie van Politieke adviseurs van de NAVO voor te brengen lijst van te leveren Brits wapentuig seinde Bentinck op 27 april onder no 163 dat hij in een onderhoud met McDermott, Under Assistant Secretary Far East van het FO had vernomen dat dit 'een korte lijst' zou zijn, welke alleen zou bevatten 'de torpedo's met alles wat daarbij behoort, ammunitie voor lichte wapens, maar geen parachutes en geen lichte gevechtswapens'. Deze 'korte lijst' en het Britse begeleidende commentaar, zoals dat gegeven zou worden tijdens de zitting van de Politieke Commisie van de NAVO van 28 april werd door Stikker, die dit op 27 april van de Britse vertegenwoordiger had ontvangen, op diezelfde dag onder no 36 aan Den Haag geseind.T.a.p. Zie recordnummer 6711. |
| Zie ook |
6711:
Stikker 37
6714: Lovink 69 |
| afbeelding (246 KB) |