Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 6905

Nummer 6905
Datum 30-1-1959
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Van Roijen 96
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Roijen, J.H. van (info)
Ontvanger(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Washington
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingek. codetel. Washington 1959
Dossiernummer
Trefwoorden Amerika, militaire steun van - aan Nederland
Australië, militaire steun van - aan Nederland
CVIN, Comité Verenigde Inlichtingendiensten Nederland; zie ook Inlichtingen/-diensten
Dulles, John Foster*, US Secretary of State '53-'59
inlichtingen/-diensten (andere dan CIA)
inlichtingen/-diensten, Central Intelligence Agency (CIA)
Merchant, Livingston T., Assistant Secretary of State Western European Affairs St. Dept.
NG, aanval op -
NG, defensie van -
NG-kwestie in de vergaderingen van de Verenigde Naties
parlement, Nederlandse -
Sovjetunie, financiële en/of economische hulp aan Indonesië van de -
Verenigd Koninkrijk, militaire steun van - aan Nederland
vlootbezoek/vlootbeweging/vlagvertoon
Young, Ph., ambassadeur van de VS te Den Haag '57-'61
Annotatie noot bij p. 2, laatste gehele alinea:
Zie telegram Celer 22 in annotatie van recordnummer 6799. De hierbedoelde versie van het CVIN-rapport is onder begeleidend schrijven no DBI/PL 18371-843GS van 4 februari door Luns aan Van Roijen toegezonden met het verzoek 'dit document op het State Department te overhandigen en er daarbij nogmaals op te wijzen dat de inhoud van deze estimate in hoofdzaak overeenkomt met de Britse zienswijze. In verband met de te verwachten Amerikaanse tegenwerping dat een militaire actie tegen Nederland Nieuw-Guinea in de nabije toekomst niet waarschijnlijk lijkt, zou U er reeds aanstonds op kunnen wijzen dat ook indien zodanige actie voorshands uitblijft, de dreiging welke in deze estimate wordt gesignaleerd daarmede niet is weggenomen. - - -  Archief BZ, GS 1955-1964 no 2037. Zie recordnummer 6906.

slotnoot:
Op 3 feb. seinde Van Roijen onder no 101 aan Den Haag dat hij in een gesprek met Stabler van Swiss-Benelus Affairs met klem de op 30 januari tegenover Merchant gebruikte argumenten had herhaald. Als een duidelijk blijk van Amerikaanse steun aan Nederland in deze kwestie opperde ik 'een Amerikaans vlootbezoek aan Nederlands Nieuw-Guinea.' 'Stabler verzekerde mij', aldus Van Roijen, 'dat Merchant goede nota had genomen van al mijn argumenten en de zaak met Dulles zou opnemen. Hij vreesde echter dat als gevolg van het feit dat Merchant thans Dulles op diens reis naar Europa zou vergezellen het antwoord op mijn demarche wel nog een dag of tien op zich zou laten wachten. Dit geldt dus ook voor een reactie op mijn pertinent verzoek om de Secretary of State eraan te herinneren dat hij tegenover mij gesproken had over eventueel mogelijk "logical support" in geval van een Indonesische agressie. Persoonlijk vind ik het voor onze zaak niet ongunstig dat Merchant Dulles op diens reis naar de Europese hoofdsteden zal vergezellen. Ik acht het waarschijnlijk dat hij gelegenheid zal vinden om gedurende die tijd eens rustig met de Secretary of State over de zaak Nieuw-Guinea te spreken. Ik maakte van mijn gesprek met Stabler gebruik om tegenover deze melding te maken van het memorandum vervat in Bentinck 35 [zie annotatie van recordnummer 6686]. Overeenkomstig uw 55 wees ik Stabler, die het document niet kende, erop dat een van de conclusies daarvan was dat de bedreiging van een Indonesische aanval toch voldoende ernstig moet worden beschouwd om een grote mate van waakzaamheid te betrachten. Stabler zelf kwam weer met het verhaal dat er vele indicaties in de laatste tijd waren dat de regering Sukarno zich tegen het communisme in Indonesië schrap zette. Ik heb zijn argumenten die weinig overtuigend klonken en grotendeels op "wishful thinking" berusten met klem weerlegd.' T.a.p.
    Op 8 april seinde Van Roijen met betrekking tot een mogelijk Amerikaans vlootbezoek aan Nieuw-Guinea 'dat deze suggestie in positieve zin door het State Department aan het Pentagon was doorgegeven, doch dat het van de operationele mogelijkheden van de Amerikaanse vloot zou afhangen wanneer een zodanig bezoek zou worden ten uitvoer gebracht. Ik stel mij voor', aldus Van Roijen, 'deze aangelegenheid op een geschikt ogenblik verder met het Pentagon op te nemen.' T.a.p.
Zie ook 6776: Luns 160
6799: Van Roijen 30; Van Roijen 35
6903: Luns 37
6904: Celer 41
6906: Van Roijen 138; Van Roijen 139
6922: Van Roijen 824: Van Roijen 853; Van Roijen 887
PDF afbeelding (187 KB)