Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 6920

Nummer 6920
Datum 28-9-1959
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Van Roijen 762; Van Roijen 767
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Ontvanger(s) ministerie van Buitenlandse zaken (info)
Plaats van opmaak Washington
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingek. codetel. Washington 1959
Dossiernummer
Trefwoorden Amerika, houding/positie van -
Amerika, militaire steun van - aan Nederland
Chadbourn, Philip H., Officer in Charge of Swiss-Benelux Affairs St. Dept.
communisme
Dulles, John Foster*, US Secretary of State '53-'59
Herter, Christian A., US Under Secretary of State '57-'59, Secretary of State '59-'61
India, houding/positie van -
Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPM), taak/positie van de -
Laos
Luns, J.M.A.H., reizen van - naar/optreden van - in het buitenland
Mein, John Gordon, Director of the Office of South West Pacific Affairs St. Dept.
militaire transporten (personen/goederen)
NG, aanval op -
NG-kwestie in de vergaderingen van de Verenigde Naties
Parsons, J. Graham, (Deputy) Assistent Secretary of State Far Eastern Affairs St. Dept.
pers/publieke opinie, Indonesische
Tibet
Young, Ph., ambassadeur van de VS te Den Haag '57-'61
Zuid/Zuidoost-Azië
Annotatie Telegram Van Roijen 767 is gedateerd 29 september 1959. T.a.p.

noot bij Van Roijen 767, pagina 2, eerste regel: zie recordnummer 6665.

noot bij Van Roijen 767, tweede alinea, 'de verklaring welke ik het vorig jaar door Dulles was gemachtigd uit te geven': zie recordnummer 6442.

slotnoot:
Op 29 sept. deed Luns onder no Van Roijen 768 verslag aan Den Haag van zijn gesprek met Deputy Under Secretary Merchant, 'waarbij ook Van Roijen, Young, De Lavalette, Cameron  en Cromwell aanwezig waren'. - - - 'Ik sprak mijn tevredenheidheid uit', aldus Luns, 'over Herters confirmatie van Dulles' beleid ten aanzien van de kwestie Nieuw-Guinea, zowel met betrekking tot de onschendbaarheid  van Nieuw-Guinea als t.a.v. de "logistical support". Ik verzekerde Merchant dat, zoals ook in het verleden was gebleken, de VS-regering erop zou kunnen vertrouwen nimmer in een onaangename positie tegenover de Indonesiërs te zullen worden gebracht door indiscretie onzerzijds.
Merchant bevestigde dat sinds Dulles de Amerikaanse positie t.a.v. de kwestie Nieuw-Guinea niet was veranderd.' T.a.p.
     Onder Van Roijen 357 seinde Luns vervolgens op 2 okt. dat hij ook Casey over het resultaat van zijn 'besprekingen met Herter, althans voorzover dit Indonesië en Nieuw-Guinea aangaat', had ingelicht en dat deze zich daarover 'zeer voldaan toonde. Hij [Casey] bracht zelf de opmerking van Subandrio tegenover Hasselman ter sprake, waarbij Subandrio aanwezigheid Nederlandse oorlogsschepen in de wateren om en bij Indonesië als casus belli bestempelde [zie recordnummer 6665]. Hij vond deze uiting hoogst ernstig en zei dat hij zich niet kon voorstellen dat zulks geen kabinetsbeslissing zou zijn. Ik heb geantwoord', zo besloot Luns, 'dat in onze ervaring Indonesische ministers veelal onverantwoordelijke opmerkingen maken zonder dat de draagwijdte hiervan geheel wordt overzien.' Archief BZ, ingekomen codetel. New York 1959.
Zie ook 571: Ministerraad
6442: Van Roijen 787; Van Roijen 788
6665: Hasselman 599
PDF afbeelding (252 KB)