Gegevens van record 7022
Nummer | 7022 |
---|---|
Datum | 22-11-1960 |
Soort | officieel schrijven + bijlage(n) |
Kenmerk | Buza DBI/PL/170313-8621GS |
Opschrift/Bijlage(n) | opschrift: Levering motortorpedoboten aan Indonesië bijlage: Luns' "felle" toespraak in WEU -vergadering |
Verzender(s) |
Luns, J.M.A.H.
(info)
|
Ontvanger(s) |
Beus, J.G. de
(info)
|
Plaats van opmaak |
Den Haag |
Plaats van bestemming |
Canberra |
Bewaarplaats | Archief ministerie van Buitenlandse Zaken |
Bestand | archief BZ, GS 1955-1964 |
Dossiernummer | 2040 |
Trefwoorden |
België, houding/positie van - Brentano, Heinrich von, minister van Buitenlandse Zaken van West-Duitsland Denning, Sir Reginalt Francis Stuart, UK Vice Admiral, Director Naval Intelligence Duitsland, houding/positie van West - Heath, Edward, Lord Privy Seal '60-'63 Indonesië, bezoeken aan/missies naar - Italië, houding/positie van - Luns, J.M.A.H., reizen van - naar/optreden van - in het buitenland NAVO/Noord-Atlantische Verdragsorganisatie NG, aanval op - Verenigd Koninkrijk, militaire steun/leveranties van - aan Indonesië wapen(s)/oorlogsmateriaal, -transacties/embargo op -/vergunningen voor - voor Indonesië West-Europese Unie (WEU) zelfbeschikkingsrecht |
Annotatie |
slotnoot: Op 2 dec. seinde Bentinck onder no 452 aan Luns: 'Ik vroeg McDermot, Assistant Under Secretary FO, hoe het stond met eventuele levering flotille van 8 FPB's. Hij meende dat Britse antwoord door Lord Privy Seal aan UE zou worden gegeven aangezien zaak door u bij Heath was aangebracht. Mijn reactie was dat deze kwestie reeds sinds begin zomer tussen onze beide landen was behandeld op verschillende niveaus. Van wie het Britse bescheiden zou uitgaan kon mij niet schelen mits het maar in onze richting ging. McDermot gaf glimlachend te kennen dat hij mij in die richting niets kon beloven. De zaak was echter wederom in studie genomen.' T.a.p. Vervolgens seinde Bentinck op 20 dec. onder no 474 aan Luns, dat volgens McDermot 'levering 8 FPB's aan Indonesië nog steeds bestudeerd wordt. Kwestie was verwezen naar de Admiraliteit en vandaar nog niet teruggekeerd op FO. Het lijkt erop dat definitief Brits standpunt nog wel even op zich zal laten wachten.' T.a.p. Op 18 jan. 1961 seinde Bentinck onder no 19 over deze aangelegenheid tenslotte: 'Marine-attaché vernam van Rear Admiral Denning, Director of Naval Intelligence, dat Indonesië geen belangstelling meer heeft voor bestelling van 8 FPB's in VK. Dit gold zowel voor de "dark class" als voor geheel nieuwe schepen. Hieraan werd toegevoegd dat, indien Indonesië later alsnog order voor nieuwbouw zou willen plaatsen het aantal patrouillevaartuigen in ieder geval tot 8 zou worden beperkt. Medewerker vernam op South East Asia Department dat kans op Indonesische order inderdaad miniem was aangezien blijkbaar Indonesische behoeften voorlopig in Moskou bevredigd waren.' T.a.p. Inmiddels had Luns op 17 dec. vanuit Parijs aan Den Haag geseind dat Von Brentano hem 'een dezer dagen z[ou] schrijven over de mogelijke levering van vaartuigen aan de Indonesische marine. De werf heeft nog geen beslissing genomen doch als gevolg van vertogen zijdens zijn departement zouden geen vaartuigen die sneller dan 20 mijl zouden lopen en bewapend zouden zijn worden gebouwd. Details hoopte hij in de brief te geven. Voorts bevestigde hij mij dat het niet uitgesloten is dat hij tijdens zijn reis naar het Verre Oosten Indonesië zal bezoeken. De hoofdreden is dat anders het gevaar bestaat dat Indonesië de DDR zal erkennen. Hij hoopte echter dat de hele reis geen voortgang zal vinden. Mocht hij gaan dan zou hij niet nalaten én aan Sukarno én aan Subandrio een zeer ernstige waarschuwing te geven tegen agressie in Nederlands Nieuw-Guinea, waarbij hij zou wijzen op de grote mogelijkheid dat zulk een optreden tot een wereldoorlog zal leiden. Ik heb uiteraard verklaard "sehr unglücklich" te zijn over de mogelijkheid van zijn bezoek, hetgeen mijn Duitse ambtgenoot zeide te begrijpen.' Archief BZ, ingekomen codetel. Parijs 1960. |
Zie ook |
7024:
Bentinck 411
|
afbeelding (744 KB) |