Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 7054

Nummer 7054
Datum 19-4-1962
Soort memorandum
Kenmerk Buza DBI/PL 31
Opschrift/Bijlage(n) opschrift: Belang Hoogovens bij Duitse leverantie van 'Landematte' voor Indonesië
Verzender(s) Klaus, Th. M. P. (info)
Ontvanger(s) Rookmaker, J. (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, GS 1955-1964
Dossiernummer 2041
Trefwoorden Carstens, Karl, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken van West-Duitsland
Duitsland, houding/positie van West -
wapen(s)/oorlogsmateriaal, -transacties/embargo op -/vergunningen voor - voor Indonesië
Annotatie inleidende noot:
Op 18 april had Van Vredenburch onder no 165 aan Den Haag geseind dat de Marine-attaché te Bonn in maart aan de Chef van de Marinestaf geschreven had 'dat de firma die staalplaten voor de "Landematten" levert - - - via enkele andere bedrijven voor een aanzienlijk deel toebehoort aan de Hoogovens te IJmuiden. - - -Hoewel het zich aan mijn beoordeling onttrekt of het zin heeft via Hoogovens te trachten deze levering te doen staken, meen ik voor de goede orde het bovenstaande te moeten releveren.'
Luns tekende op 19 april op dit telegram aan: 'Hier moeten we iets aan doen.' En Blom, diezelfde dag: 'BEB consulteren over beste wijze om Hoogovens benaderen?'. Archief BZ, GS 1955-1964, no 2041.

slotnoot:
Rookmaker tekende op het memorandum aan: 'Alvorens uitvoering te geven aan dispositie M/S op bijgaande copie van Van Vredenburch 165 - die na opstelling van dit memo werd ontvangen - zou DBI gaarne vernemen of dit advies in deze dispositie geen verandering brengt. Ik ben het geheel eens met DBI/PL dat de verantwoordelijkheid geheel bij de Duitsers zelf ligt en daar moet blijven. Wij dreigen hen in de kaart te spelen als wij ingaan op een (oorspronkelijk Duitse?) suggestie om te onderzoeken of Nederlandse belanghebbenden via de bedrijfsleiding mischien ook invloed  kunnen hebben c.q. medeverantwoordelijk zijn.  Als de gegevens juist zijn is het Nederlandse belang overigens betrekkelijk klein
(ongeveer 22 %).'
      Blijkens een kanttekening stemde Blom in met dit advies.
      Op 3 mei noteerde Rookmaker vervolgens: 'Hierover is telegram cfm uit aan Bonn'. Bedoeld telegram no Celer 54 eindigde als volgt: Als 'de aandacht van de aan uw post verbonden marine-attaché [van Duitse zijde] op deze samenhang [met Hoogovens] gevestigd is, dan zou ik geneigd zijn zulks te beschouwen als niet meer dan een hernieuwde afleidingsmanoeuvre'. T.a.p.

Op 28 april had Van Vredenburch inmiddels onder no 176 geseind dat hij nogmaals bij staatssecretaris Carstens op 'de kwestie van de stalen platen' was teruggekomen. 'Carstens bleek de zaak te kennen maar was niet van de details op de hoogte. Hij zegde toe de zaak met zijn minister alsmede met Lahr te zullen opnemen. Ik heb hem bedankt maar hier aan toegevoegd  - - - dat ik tot de overtuiging was gekomen dat ons in deze affaire tot dusverre geen klare wijn werd geschonken, om geen sterkere uitdrukking te gebruiken.' T.a.p.
    Onder verwijzing naar dit telegram seinde Buitenlandse Zaken onder no Celer 61 op 15 mei aan Bonn: 'Gaarne bericht of Carstens zijn voornemen kwestie te bespreken - - - heeft uitgevoerd en gaarne resultaat. U zou kunnen vragen of men met een antwoord wacht tot de in productie zijnde hoeveelheid is uitgevoerd.' T.a.p.
Zie ook 7053: Buza DBI
PDF afbeelding (124 KB)