Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 7095

Nummer 7095
Datum 15-6-1962
Soort officieel schrijven
Kenmerk Buza DOA/OP 81247/4823GS/437
Opschrift/Bijlage(n) opschrift: Australische houding ten aanzien van Nederlands Nieuw-Guinea
Verzender(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Ontvanger(s) Beus, J.G. de (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming Canberra
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, GS 1955-1964
Dossiernummer 1594
Trefwoorden Australië, houding/positie van -
Garfield Barwick, Sir, minister van Buitenlandse Zaken van Australië vanaf jan. '62
Indonesië, bezoeken aan/missies naar -
NG-kwestie, onderhandelingen 1962, plan Bunker
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Australische
Annotatie inleidende noot:
Op 30 mei had De Beus onder no 1632/GS 200/590 een zes bladzijden tellende brief aan Luns geschreven over de 'Australische houding t.a.v. N.N.G.'  die als volgt aanving: 'Met het aangekondigde bezoek van de Australische minister van Defensie aan Indonesië op het ogenblik dat dit land bezig is Nederlands-Nieuw-Guinea met honderden parachutisten aan te vallen, is op de meest welsprekende en dégoutante wijze gedemonstreerd, dat Australië volledig zijn draai heeft genomen en reeds bij voorbaat tracht in het gevlij te komen bij het land hetwelk, naar men thans als zeker aanneemt, op enigerlei wijze Nederlands-Nieuw-Guinea in zijn bezit zal krijgen. Reeds terstond ná het optreden van Sir Garfield Barwick als minister van Buitenlandse Zaken bleek uit de van "abject appeasement" druipende verklaring van 4 januari 1962, dat er vanuit Australië een nieuwe wind over Nederlands-Nieuw-Guinea zou gaan waaien. Ik heb toentertijd gewezen op de mogelijkheid dat deze verklaring een "volte face" zou kunnen inluiden en met uwe excellentie's goedvinden tegen deze verklaring terstond bezwaar aangetekend met althans dit resultaat dat de verklaring op 12 januari door een nieuwe en voor ons veel gunstiger verklaring werd vervangen. Men mocht op dat ogenblik nog rekening houden met de mogelijkheid dat de volkomen tegenstrijdigheid in de successievelijke Australische verklaringen te wijten viel aan onervarenheid van de nieuwe minister, en het was dan ook redelijk aan Sir Garfield Barwick aanvankelijk de "benefit of the doubt" te geven. In de sindsdien verlopen maanden is wel gebleken dat sir Garfield twijfel koesterde aan de juistheid van de Nederlandse politiek, nadat noch een langdurige voortzetting van de Nederlandse souvereiniteit, noch een internationalisatie onder de Verenigde Naties haalbaar was gebleken. Met het zenden van de Australische minister van Defensie naar Indonesië voor een contractbezoek juist op het ogenblik dat dit land op de meest openlijke wijze tot daadwerkelijke agressie is overgegaan heeft de Australische regering echter op de meest cynische wijze gedemonstreerd hoezeer zij de Nederlandse zaak als verloren beschouwt en zich van principes zoals het zelfbeschikkingsrecht en non-agressie niets aantrekt. - - -  Wel heb ik mij afgevraagd wat wij thans nog kunnen doen om de Australische houding te beïnvloeden en voor nog verder afglijden te behoeden'. Hierop volgde een opsomming van 'alle middelen die ons theoretisch ten dienste staan' - - -
1. Nauwer contact zoeken met de oppositie - - -
2. Invloed trachten uit te oefenen via ons welgezinde organisaties - - -
3. Verscherping van toon in de Nederlandse publiciteit in Australië - - -
4. Tijdelijke terugroeping voor consultatie - - -
5. Een minder welwillende houding in de EEG ten aanzien van Australische desiderata - - -
6. Terughoudendheid ten aanzien van Nederlandse emigratie naar Australië - - - '. T.a.p.
Zie ook
PDF afbeelding (183 KB)