Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 7215

Nummer 7215
Datum 14-7-1961
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Schiff 574; Schiff 575
Opschrift/Bijlage(n) opschrift: NNG
Verzender(s) Schiff, E.L.C. (info)
Ontvanger(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Washington
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, GS 1955-1964
Dossiernummer 1661
Trefwoorden Amerika, houding/positie van -
Bell, James D., Director South West Pacific Affairs St. Dept.
Blue, William L., (Deputy) Director Western European Affairs St. Dept.
Lindquist, Robert S., Officer in Charge of Indonesian Affairs St. Dept.
NG-kwestie in de vergaderingen van de Verenigde Naties
Stone, Galen L., Officer in Charge of Swiss Benelux Affairs St. Dept.
Sukarno, bezoek - aan Sovjetunie/Oostblok
Tyler, William R., Officer UN Political and Security Affairs; (Deputy) Assistant Secretary of State for European Affairs tot 20 aug. '62
Annotatie Telegram Schiff 575 is eveneens gedateerd 14 juli 1961. T.a.p.

inleidende noot:
Op 10 juli had Buitenlandse Zaken, onder verwijzing naar de passages over de in het geheim overleg met de Amerikanen te volgen taktiek in Van Roijen 551, onder no Celer 324 o.m. geseind:
'1. In de Amerikaanse visie is blijkbaar ieder plan slechts haalbaar indien Indonesië daar in beginsel niet tegen is. Om deze reden en, hoewel wellicht in mindere mate, ter wille van de bilaterale betrekkingen met Indonesië achten de Amerikanen vooroverleg met Indonesië noodzakelijk.    
2. In onze gedachtengang zou de volgende taktiek gevolgd moeten worden indíen er in het huidige Nederlands-Amerikaanse overleg overeenstemming bereikt  wordt over een plan dat  voor Nederland aanvaardbaar is en haalbaar geacht wordt:
a. Nederland gaat een groep geselecteerde  landen polsen over dat plan, zonder te laten blijken dat daarover overeenstemming met de Amerikanen bestaat. - - -
b. Indonesië zal vermoedelijk wel van het plan op de hoogte komen en de nodige tegenactie voeren. Het plan zal dan wellicht verwaterd worden doch naar alle waarschijnlijkheid veel minder dan wanneer Indonesië rechtstreeks wordt benaderd en vermoedelijk niet in die mate, dat Nederland zich a priori tegen indiening bij de VN zou moeten verzetten;
c. Is het plan eenmaal als het ware door de zeef van de gepolste landen heen en zijn deze bereid zich daarachter te stellen, dan moet de kans op succes groot worden geacht en zou het voor Indonesië erg moeilijk worden gladweg neen te zeggen. - - -
d. Lukt het niet de gepolste landen met het plan mee te krijgen dan zou er nog niet veel verloren zijn en zou Nederland in ieder geval de goodwill van het verstrekkende gebaar kunnen oogsten.' - - -
Archief BZ, GS 1955-911964 no 1661.

slotnoot:
Met betrekking tot de zg. 'briefing' van Australië over de Nederlands-Amerikaanse besprekingen had Buitenlandse Zaken op 18 juli onder no 337 aanvankelijk geseind dat het echt te ver zou gaan om de Australiërs, 'aan wie na het bezoek van de minister aan Washington is meegedeeld dat t.z.t. met de VS overleg zou worden gevoerd, geheel onkundig te laten omtrent de thans met de Amerikanen paatsvindende gedachtenwisseling. - - - [Tijdens die 'briefing'] zou beklemtoond moeten worden dat er bij de gedachtenwisseling in Washington slechts sprake is van een catalogisering van mogelijkheden en beslist niet van onderhandelingen.'  - - - Archief BZ, uitgaande codetel. Washington 1961.
     Diezelfde dag seinde Buitenlandse Zaken echter onder no 343 aan Schiff: 'U behoeft zelf geen initiatief te nemen tot het inlichten van de Australische ambassade te uwent. Aan Australische kant blijkt noch bij u noch alhier een bijzondere urgentie te bestaan tot een gedachtenwisseling over NNG. Onder die omstandigheden kunt u beter wachten tot de Australische ambassade andermaal contact met u zoekt.' T.a.p.
Zie ook 6269: Buza DIO/PZ 106543-4983 GS zeer geheim
7213: Celer 315; Celer 318
7214: Van Roijen 551; Schiff 562
7216: Schiff 592
7660: Celer 340
PDF afbeelding (437 KB)