Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 7276

Nummer 7276
Datum 29-5-1951
Soort officieel schrijven
Kenmerk Buza DAZ/PP no. 50482-4378 GS
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Stikker, D.U. (info)
Ontvanger(s) Lamping, A.Th. (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming Djakarta
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand AOK/AZ/KMP (1942-1979)
Dossiernummer 4467
Trefwoorden België, houding/positie van -
Frankrijk, houding/positie van -
Molukken, Zuid-Molukken, Ambon
Molukkenopstand/RMS, Republik Maluku Selatan
pers/publieke opinie, Indonesische
pers/publieke opinie, Nederlandse
rechtspraak; zie ook APRA-arrestanten, (rechts)positie van -; Nederlanders in Indonesië, arrestatie/rechtspositie van en NG, (rechts)positie gevangenen op -
subversie/spionnage/sabotage/corruptie
toelating/uitwijzing/uitlevering/reisdocumenten
Westerling, R./Westerlingaffaire(s)
Annotatie inleidende noot:
Onder hetzelfde nummer was op 28 mei door Blom/Stikker de brief van de ambassadeur te Brussel, Harinxma, no GA 16414/1138 aan Stikker, die deel uitmaakt van dit schrijven aan Lamping [pp. 3-5] aan Drees aangeboden.
De 'volkomen betrouwbare particuliere bron' op pagina 7 is, blijkens diens aantekening in het dossier, mr. C.L.W. Fock.

slotnoot:
Bij brief no. 55356-4823 GS/1880 van 2 juni 1951 bood Boon namens Stikker aan ambassadeur van Boetzelaer van Oosterhout te Parijs afschrift aan van de hier opgenomen brief aan Lamping. Boon vervolgde: 'Het interesseert mij in het bijzonder, of de namens Westerling gedane mededelingen over de inhoud van zijn beweerde contacten met Franse autoriteiten, meer als bedoeld in sub 3 op pagina 7 van bovengemeld schrijven, op waarheid berusten en ik moge u verzoeken zulks wel, op de wijze die u daarvoor geëigend voorkomt, te onderzoeken. Iedere actitiviteit van Westerling en de zijnen in de aangegeven zin, kan tot niets anders leiden dan vertroebeling in de verhouding tot Indonesië en wordt hier te lande in de mate waarin zulks mogelijk is, tegengegaan. Ik zou het derhalve ten zeerste betreuren, indien zijn plannen op enigerlei wijze in de hand werden gewerkt.' T.a.p.
      Bij memorandum no F 351 van 4 juni deelde Fock aan Drees, Van Maarseveen, Blom en Boon mee: 'Zoals met dr. Boon is afgesproken, heb ik via intelligencekanalen doen informeren, welke wetenschap/actie enz. men had betreffende de Westerlingzaak. Het resultaat van deze stappen kan worden samengevat in de volgende punten:
1. De SDECE (Service de Documentation et Contre Espionage = Buitenlandse Inlichtingendienst) verleent zeker geen steun aan Westerling, evenmin als de Surveillance de Territoire. Men is daar ook niet op de hoogte of een dergelijke steun van andere Franse zijde wordt verleend;
2. Men acht het in deze kringen, i n d i e n zekere officiële of officieuze Franse instanties wèl steun zouden verlenen, "la plus grande folie";
3. Men acht het lang niet onmogelijk, dat van Franse militaire zijde adviezen aan Westerling zijn gevraagd t.a.v. de oorlog in Indo-China in verband met Westerling's onloochenbare kennis op het gebied van dit soort oorlogvoering.
Hieraan moge nog worden toegevoegd, dat:
a. duidelijk is gemaakt, dat steun van Franse zijde aan Westerling voor de Nederlandse regering zeer "embarrassant" zou zijn;
b. het niet uitgesloten is, gezien de verhoudingen in Frankrijk, dat van legerzijde zekere steun wordt verleend, zonder dat de intelligence-organen hiervan iets weten.' T.a.p.
Zie ook 2482: Stikker 92
7278: AZ/Fock no. F 353 zeer geheim
PDF afbeelding (645 KB)