Gegevens van record 7278
Nummer | 7278 |
---|---|
Datum | 4-6-1951 |
Soort | memorandum |
Kenmerk | AZ/Fock no. F 353 zeer geheim |
Opschrift/Bijlage(n) | bijlage: verslag gesprek Boon-Hoek dd. 2/6/51 |
Verzender(s) |
Fock, C.L.W.
(info)
|
Ontvanger(s) |
Blom, N.S.
(info)
Boon, H.N. (info) Drees, W. (info) Peters, L.A.H. (info) |
Plaats van opmaak |
Den Haag |
Plaats van bestemming |
Den Haag |
Bewaarplaats | Nationaal Archief |
Bestand | AOK/AZ/KMP (1942-1979) |
Dossiernummer | 4467 |
Trefwoorden |
ARP, Anti Revolutionaire Partij Bruins Slot (ARP), J.A.H.J.S., hoofdredacteur Trouw, lid Tweede Kamer Gerbrandy, P.S., lid van de Tweede Kamer (ARP) Molukkers in Nederland, houding/positie van - Molukkers in Nederland, kort geding tegen Staat der Nederlanden pers/publieke opinie op Nieuw-Guinea Schouten, J., lid Tweede Kamer, fractievoorzitter ARP Westerling, R./Westerlingaffaire(s) |
Annotatie |
Verslag van Boon van 2 juni 1951 van zijn gesprek met J. Hoek, journalist van het dagblad Trouw, over het 'schandaal Westerling' is door bewerkers uitgetikt (slecht leesbaar) en als bijlage toegevoegd. slotnoot: Op 8 juni berichtte Fock in zijn aan Drees, Boon en F. van der Valk (van Minuor) gericht 'zeer geheim' memorandum no F 359 het volgende: 'Hedenmiddag kreeg ik onverwacht bezoek van prof. Gerbrandy, die de affaire Westerling-Sweerts wilde bespreken. Hij liet mij een uitvoerig en, voor zover ik kon nagaan, juist memorandum lezen omtrent Sweerts, beginnende met diens activiteiten gedurende de oorlog. Hij verzekerde, dat hij nimmer iets met Westerling of Sweerts te maken heeft gehad of wilde hebben. Ik meen, dat hij hierin te goeder trouw was. Zijn vraag was of ik van mening was, dat het op zijn weg lag de vertegenwoordigers van de Ambonezen te waarschuwen voor hun contacten met Westerling en hun vroegere contacten met Sweerts. Ik heb hem daarop slechts geantwoord, dat dit afhing van de wijze waarop hij tegenover Westerling stond en dat ik hem daarin dus niet kon raden. Hij was zeer gedeprimeerd en gaf als zijn mening te kennen, dat hij verwachtte, dat een zeer groot schandaal zou losbreken, waarin de Ambonezen zouden worden gecompromitteerd en ook zij, die te goeder trouw hen in het verleden hadden gesteund. Hij vroeg mij of ik een weg zag om dit te voorkomen. Ik meende het beste te doen hem te antwoorden, dat ik onvoldoende op de hoogte was van de mate, waarin deze kwesties in ruime kring bekend zijn, zodat ik ook daarop geen antwoord kon geven. Zijn bezoek droeg kennelijk het karakter van iemand, die voelt, dat in de nabije toekomst voor hem en de zijnen een zeer onaangename publiciteit zou kunnen losbreken. Het kwam duidelijk uit, dat hij en zijn partijgenoten deze publiciteit vrezen.' Drees plaatste op 9 juni op dit memorandum de kanttekening: 'Ik neem aan dat Prof. Gerbrandy met deze affaire niet rechtstreeks te maken heeft gehad. De actie der Ambonezen is echter op zeer onvoorzichtige wijze gevoerd.' T.a.p. |
Zie ook |
2482:
Stikker 92
7276: Buza DAZ/PP no. 50482-4378 GS |
afbeelding (315 KB) |