Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 7313

Nummer 7313
Datum 20-12-1961
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Celer circulaire 110
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) ministerie van Buitenlandse zaken (info)
Ontvanger(s) diverse posten in het buitenland (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming diverse hoofdsteden
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, GS 1955-1964
Dossiernummer 1581
Trefwoorden Canada, houding/positie van -
Denemarken, houding/positie van -
Duitsland, houding/positie van West -
Italië, houding/positie van -
Japan, houding/positie van -
NG, aanval op -
NG-kwestie in de vergaderingen van de Verenigde Naties
Nieuw-Zeeland, houding/positie van -
Noorwegen, houding/positie van -
Zweden, houding/positie van -
Annotatie inleidende noot: zie recordnummer 7312.

Op 21 en 22 dec. werd door Buitenlandse Zaken onder no 112 een in hoofdlijnen gelijkluidend circulairetelegram verzonden naar de vertegenwoordigers in Latijns-Amerikaanse, Afrikaanse en Aziatische landen. Hierin werd evenwel niet opgedragen om bij de regeringen aan te dringen op een demarche te Djakarta, maar slechts om te verzoeken, en dan m.n. aan  Latijns-Amerikaanse regeringen - 'om verlening van diplomatieke steun wanneer de noodzaak zich daartoe voordoet'. De reacties op dit telegram bevinden zich in dossier no 1581.

Zie voor de reactie van Bonn recordnummer 7314.
      Op 21 dec. seinde voorts Oswald F. baron van Bentinck van Schoonheten, gezant te Wellington, onder no 23 o.m. dat 'de Nieuw-Zeelandse regering zich achter het Nederlandse standpunt schaart - - -. Men meende reeds tijdens onderhoud te kunnen verzekeren dat aan Nederlandse wens zal worden voldaan.' T.a.p.
        Eveneens op 21 dec. seinde Van Bylandt vanuit Rome onder no 174 o.m. Den Haag: 'Russo, [onderstaatssecretaris] was terstond bereid instructies aan ambassadeur Djakarta te geven in door ons gewenste zin, doch verheelde niet dat hij er generlei resultaat van verwachtte, aangezien men niet met redelijke lieden te doen had. - - - Italianen hadden de indruk
1.  dat geen onmiddellijke actie van Indonesië te verwachten was;
2.  dat een aanval van enige betekenis hun krachten te boven zou gaan;
3.  dat Sukarno zich tot blokkade zou beperken' - - -. T.a.p.
      De Voogd seinde op 21 dec. onder no 84 o.m. dat de Japanse onderminister van Buitenlandse Zaken, Shima, gezegd had 'dat Japan sterk geporteerd voor vreedzame oplossing en tegen militaire actie, doch [hij] kon niet zeggen of Japanse regering bereid zou zijn dit uitdrukkelijk aan Djakarta mede te delen. Hij zou - - - mij uiteindelijke beslissing laten weten.'- - - T.a.p.  
       Van Raalte, ambassaderaad te Kopenhagen, seinde op 22 dec. onder no 52 o.m. dat de SG Buitenlandse Zaken, Fischer, hem gezegd had dat de Deense ambassadeur voor Djakarta daar pas in januari zou arriveren en dat er evenmin een ambassadeur van Indonesië in Kopenhagen was. Dit maakte het ondernemen van een demarche problematisch. Wel was de licentie voor een wapentransport naar Indonesië, dat op 27 dec. a.s. zou vertrekken, ingetrokken. 'Voorts is thans een [algemeen] verbod van wapenleveranties aan Indonesië van kracht'. T.a.p.
      Op 22 dec. seinde Lovink onder no 94 uit Ottawa: - - - 'Green [minister van Buitenlandse Zaken] zegde mij gaarne toe dat hij de Canadese ambassadeur te Djakarta zal opdragen een demarche te doen als door u bedoeld.' - - -T.a.p.
      Eveneens op 22 dec. seinde Putman Cramer, ambassaderaad te Stockholm onder no 60 dat de Zweedse regering, ondanks 'begrip voor de moeilijke positie van Nederland in de huidige situatie huiverig [staat] tegenover interventie middels demarche te Djakarta, aangezien het hier controverse tussen twee souvereine staten betreft, waarvoor forum VN aangewezen instantie om voorstellen oplossing geschillen voor te brengen.' Naast deze principiële stellingname meende de Zweedse regering, aldus Astrom, chef Politieke Zaken van het ministerie van Buitenlandse Zaken, dat de kwestie nog niet urgent was. 'De deur tot bilateraal overleg was [volgens recente berichtgeving van Zweedse vertegenwoordigers bij de VN te New York en bij de regering te Djakarta] bepaald nog niet gesloten'. T.a.p. Op 23 dec. seinde Putman Cramer onder no 61 dan ook dat dat 'de Zweedse regering [verkoos] de beslissing inzake voorgestelde demarche te Djakarta v o o r l o p i g  uit te stellen.' T.a.p.
      Eveneens op 23 dec. seinde De Smit, buitengewoon ambassadeur te Oslo, onder no 43 dat de Noorse regering tegenover de Indonesische regering 'haar bezorgheid over recente ontwikkelingen ten aanzien van het NNG-dispuut met Nederland' tot uiting had gebracht via de Noorse en de Indonesische permanente vertegenwoordigers bij de VN te New York. Deze diplomatieke weg was gevolgd omdat de Noorse vertegenwoordiger in Indonesië te Bangkok en de Indonesische vertegenwoordiger te Noorwegen in Stockholm gevestigd was. T.a.p.
Zie ook 7312: Schürmann 895; Schürmann 896
7314: Van Vredenburch 503; Van Vredenburch 506
7321: Luns 478
PDF afbeelding (89 KB)