Gegevens van record 7385
Nummer | 7385 |
---|---|
Datum | 1-3-1962 |
Soort | codetelegram(men) |
Kenmerk | Van Roijen 188 |
Opschrift/Bijlage(n) | |
Verzender(s) |
Roijen, J.H. van
(info)
|
Ontvanger(s) |
Luns, J.M.A.H.
(info)
|
Plaats van opmaak |
Washington |
Plaats van bestemming |
Den Haag |
Bewaarplaats | Archief ministerie van Buitenlandse Zaken |
Bestand | archief BZ, GS 1955-1964 |
Dossiernummer | 1586 |
Trefwoorden |
Harriman, W. Averell, Assistant Secretary of State Far Eastern Affairs St. Dept. Indonesië, bezoeken aan/missies naar - Kennedy, R. F., US Attorney General Luns, J.M.A.H., reizen van - naar/optreden van - in het buitenland NG, aanval op - NG-kwestie, (preliminaire) onderhandelingen over - tussen Nederland en Indonesië onder auspiciën van (de Secretaris-Generaal van) de VN NG-kwestie, bilaterale/informele/onderhandse Nederlands-Indonesische contacten over de - pers/publieke opinie, Indonesische U Thant* |
Annotatie |
noot bij de eerste alinea: Op 28 feb. had Schürmann over dit gesprek van Van Roijen met U Thant o.m. geseind: 'Van Roijen vertelde hierop het een en ander over Kennedy's verblijf in Indonesië en in Nederland en relateerde tenslotte dat uwerzijds in Parijs aan de Attorney General was gezegd dat hoewel Nederland de voorkeur eraan bleef geven dat alle besprekingen zouden plaatsvinden in aanwezigheid van de wnd. secretaris-generaal of diens plaatsvervanger, een andere constructie niet bij voorbaat was uitgesloten. Daarbij zou men kunnen denken aan geheime voorbesprekingen ter vaststelling van de agenda in tegenwoordigheid van een Amerikaanse vertegenwoordiger. Wel wilde de Nederlandse regering tot iedere prijs vermijden dat de wnd. secretaris-generaal zich uit deze zaak zou terugtrekken. U Thant zeide dat van dit laatste geen sprake kon zijn. Zolang partijen op hem een beroep bleven doen en zolang zijn aanwezigheid van enig nut kon zijn, zou hij steeds ter beschikking staan. Hij achtte het echter wel een bijzonder gelukkige gedachte om de geheime voorbesprekingen in Amerikaanse tegenwoordigheid te doen plaatsvinden. Hij zou van het verloop daarvan gaarne op de hoogte worden gehouden en kon dan, wanneer de agenda eenmaal was vastgesteld, zelf weer de daaropvolgende onderhandelingen over de zaak ten principale bijwonen. Van Roijen wees erop dat de Nederlandse regering terzake nog geen beslissing had genomen en dat ook nog niet bekend was of de Amerikanen hiermede akkoord zouden gaan. Tenslotte onderstreepte Van Roijen nog eens tegenover U Thant de ongegrondheid van de Indonesische beweringen dat er in Nederland een meerderheid zou zijn die inzake NNG het met het regeringsbeleid niet eens was. Hij verklaarde met nadruk dat de regering de volle steun had van alle regeringspartijen in het parlement, die daarin de meerderheid vormden.' Archief BZ, GS 1955-1964 no 1585. |
Zie ook |
7386:
Van Roijen 196
|
afbeelding (191 KB) |