Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 7627

Nummer 7627
Datum 31-1-1961
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Celer 13
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) ministerie van Buitenlandse zaken (info)
Ontvanger(s) Bentinck van Schoonheten, A.W.C. (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming Londen
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, uitgaande codetel. Londen 1961
Dossiernummer
Trefwoorden Abdul Rachman,Tengku, minister-president van Malakka
arbitrage/bemiddeling/geschillenregeling/goede diensten
Hammarskjöld, Dag H.A.C., secretaris-generaal van de VN van april '53 tot sept. '61
Nehru, Pandit Jawaharlal, minister-president en minister van Buitenlandse Zaken van India '47-'64
Noble, Sir Andrew, Brits ambassadeur te Den Haag
Verenigd Koninkrijk, houding/positie van -
Verenigde Naties, waarnemer(s)/commissie van de - naar NG v.a. medio '61; zie ook NG, bezoeken aan -/missies naar -
Annotatie slotnoot:
Op 3 februari seinde Van Gulik onder no 4 aan Den Haag, dat hij een onderhoud had gehad met Tungku. 'Die bleek bereids de vorige dag aan ons verzoek te hebben voldaan. Washington en Londen hadden recentelijk bij hem aangedrongen zijn bemoeienis met het probleem niet op te geven'- - -.  Archief BZ, GS 1955-1964 no 1617.
     Op 8 feb. seinde Schürmann onder no 39 uit New York, dat de eerste secretaris van Maleisische ambassade hem op de hoogte had gesteld 'van de laatste ontwikkeling m.b.t. Nieuw-Guinea. Hij [had] in het kort de vrees van de Tungku voor incidenten in het gebied [uiteengezet] en [gezegd] dat zijn eerste minister  - - -niettegenstaande wetenschap oppositie Indonesië, besloten had verzoek aan Hammarskjöld te richten.' - - -  Archief BZ, ingekomen codetel. New York 1961.
     Onder aanbiedingsbrief no 216-18 GS van 14 feb. bood de ambassadeur te Kuala Lumpur aan Luns afschrift aan van een geheim schrijven van de Tungku aan Hammarskjöld van 3 februari van de volgende inhoud: 'In view of the allegations made by the Indonesian Government against the Dutch administration in Irian Barat as outlined in the Indonesian letter addressed to Your Excellency on 23rd December 1960 [annotatie in recordnummer 7863], I would earnestly urge upon Your Excellency to make an investigation on the spot or else to send Your Excellency' s own representative to do so on Your Excellency' s behalf.
I am apprehensive that unless this is done immediately Indonesia might regard herself free to adopt some drastic measures which in consequence would render difficult any attempt to settle this long outstanding issue amicably.' T.a.p.
      Eveneens op 14 feb. seinde Schürmann de tekst van dezelfde brief onder no 45 aan Den Haag met het volgende  voorlopige commentaar van Hammarskjöld hierop: 'De SG achtte de inhoud zeer bevredigend doch wilde nog niet onmiddellijk tot de volgende stap overgaan. Enerzijds omdat hij, nu de Kongogebeurtenissen de wereld zozeer in beslag nemen, het moment niet gunstig achtte om een ander probleem op het tapijt te brengen, anderzijds omdat hij de volgende stap rustig wilde overwegen en zijn hoofd daar op dit moment niet naar stond. Zodra de drukte iets gekalmeerd was zou hij de kwestie opnieuw met mij opnemen. Ik toonde Hammerskjöld de door Subandrio geweigerde nota [in recordnummer 7862] en zeide hem dat het uw bedoeling was dat ik hem die ter circulatie zou toezenden. Hij achtte de nota zeer verstandig en zag tegen circulatie daarvan geen enkel bezwaar.' - - - Archief BZ, ingekomen codetel. New York 1961.
Zie ook 593: Ministerraad
6262: Celer 4
7634: Bentinck 55; Bentinck 56
7862: Luns 10
PDF afbeelding (155 KB)