Onderzoeksgids Bestuur en administratie van de Bataafs Franse tijd 1795-1813

 
English | Nederlands

Instelling

Uitvoerend Bewind (Constitutioneel) van de Bataafse Republiek


Actief vanaf 17-08-1798 tot 17-10-1801

Aantekeningen:

Tot de taken van het Uitvoerend Bewind (officieel: constitutioneel Uitvoerend Bewind van de Bataafse Republiek) behoorden onder andere de parafering en afkondiging van wetten, het toezicht op de uitvoering van de wetten en besluiten van het Vertegenwoordigend Lichaam, de regeling van de uitvoering voor zover niet bij de wet bepaald, de zorg voor de inwendige en uitwendige staatsveiligheid, toezicht op de departementale besturen, de gemeentebesturen, de gerechtshoven en de rechtbanken, organisatie van de gewapende burgermacht, beschikking over de krijgsmacht, benoeming van officieren en bevelhebbers, overheidsfinanciën en buitenlandse betrekkingen. Op 10 oktober 1800 kwam het beheer van de landsdrukkerij hier nog bij.

Het Uitvoerend Bewind telde vijf leden, die directeuren werden genoemd. Zij werden van buiten verkozen door het Vertegenwoordigend Lichaam (voordracht van drie personen door de eerste kamer, verkiezing door tweede kamer). Jaarlijks trad een van de leden af, de eerste vier jaar bij loting, daarna naar ancienniteit. Nieuwe leden namen zitting op de tweede dinsdag in mei. Het voorzitterschap wisselde maandelijks bij toerbeurt, de eerste aan te wijzen door loting. De voorzitter tekende alle orders en besluiten.
Volgens het reglement werden de resoluties van de vorige dag geresumeerd, goedgekeurd, in het net overgeschreven en daarna ondertekend door twee bij de bewuste vergadering aanwezige leden. De vergadering hield een strikte volgorde per college aan voor de behandeling van ingekomen stukken. Bij het adviseren brachten de leden volgens rangorde van zitting hun stem uit, de voorzitter het laatst, die daarna dan concludeerde. Besluiten werden genomen bij meerderheid van de aanwezige leden, met een quorum van drie, waarbij de voorzitter bij het staken van stemmen de doorslag gaf.

Voor de uitvoering van de taken beschikte het Uitvoerend Bewind over een algemene secretaris en over acht Agenten. Deze laatste werden door het Uitvoerend Bewind aangesteld op een door het Vertegenwoordigend Lichaam vastgestelde instructie. Dit waren 1) de Agent van Buitenlandse betrekkingen, 2) de Agent van Marine, 3) de Agent van Oorlog, 4) de Agent van Financie, 5) de Agent van Justitie, 6) de Agent van Inwendige Politie en toezicht op de staat van dijken, wegen en wateren, 7) de Agent van Nationale Opvoeding en 8) de Agent van Nationale Oeconomie (zie afzonderlijke beschrijvingen). De meeste van deze Agenten waren reeds in functie sinds februari of maart 1798, die van Nationale Oeconomie zou pas in 1799 volgen.

Bovendien benoemde het Uitvoerend Bewind eigen commissarissen bij de Departementale Besturen, tevens voor de gerechtshoven en voor de gemeentebesturen. Deze dienden de uitvoering van wetten en besluiten te bewaken. De Departementale Besturen zelf waren ondergeschikt aan en verantwoording schuldig aan het Uitvoerend Bewind. Vanaf 2 november 1798 benoemde het Uitvoerend Bewind de leden van de Intermediaire Administratieve Besturen en de gemeentebesturen. Op 14 november 1798 werd bepaald dat alleen het Uitvoerend Bewind ambten en bedieningen in de Agentschappen kon begeven.


Wetgeving:

1798/05/01 Staatsregeling voor het Bataafse volk. meer informatie
1798/08/03 Decreet van de Eerste Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam: bepalingen inzake de nominatie van de leden van het Uitvoerend Bewind. meer informatie
1798/08/17 Besluit van het Uitvoerend Bewind: constitutie van het Uitvoerend Bewind van de Bataafse Republiek. meer informatie
1798/08/21 Besluit van het Uitvoerend Bewind: vaststelling van een reglement voor het Uitvoerend Bewind. meer informatie
1798/10/01 Besluit van het Uitvoerend Bewind: vaststelling van het reglement voor de secretarie van het Uitvoerend Bewind. meer informatie
1798/10/20 Decreet van het Vertegenwoordigend Lichaam: vaststelling van de instructie voor de algemene secretaris van het Uitvoerend Bewind. meer informatie
1798/11/02 Decreet van de Tweede Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam: machtiging voor het Uitvoerend Bewind om de vacatures in de Intermediaire Administratieve Besturen en de gemeentebesturen voorlopig te vervullen. meer informatie
1798/12/24 Besluit van het Uitvoerend Bewind: vaststelling van de instructie voor de commissarissen bij de Departementale Besturen. meer informatie
1799/03/26 Besluit van het Uitvoerend Bewind: vaststelling van de instructie voor de commissarissen bij de Departementale Gerechtshoven. meer informatie
1801/10/16 Staatsregeling van het Bataafse Volk. meer informatie



Literatuur:

Luttenberg, G., Register der wetten en besluiten betrekkelijk het openbaar bestuur in de Nederlanden, sedert den jare 1796 (1796-1849). Zwolle, 1840-1851. Nieuwe editie Zwolle 1843-1851. 3 delen.
Rosendaal, J., Staatsregeling voor het Bataafsche volk. De eerste grondwet van Nederland. Nijmegen, 2005.