Instelling
Commissie van Superintendentie over de Waterstaat der Bataafse Republiek
Actief vanaf 01-05-1805 tot 20-01-1807
Het bestuur en en het beheer van de gehele waterstaat werd opgedragen aan de Secretaris van Staat voor de Binnenlandse Zaken. Samen met vier andere leden vormde hij de Commissie van Superintendentie over de Waterstaat. Over de provinciale en gemeentelijke waterwerken werd een indirect beheer uitgeoefend.
De Secretaris van Staat zat de Commissie van Superintendentie voor. De overige leden werden benoemd door de Raadpensionaris. De Commissie kwam tenminste eenmaal in de veertien dagen bijeen. Om de band met de waterstaat in de Departementen te behouden werden de Departementale besturen uitgenodigd elk één persoon te benoemen om op aanschrijving van de Commissie tweemaal per jaar naar Den Haag te komen. Deze bijeenkomsten, die niet langer dan twee weken mochten duren, dienden voor de uitwisseling van informatie en voor beraad en onderlinge besluitvorming over door de Commissie voorgelegde punten. In het voorjaar diende een generaal verslag van de staat van de rivier- en zeewerken te worden opgesteld, in het najaar kwamen de rapportages inzake uitgevoerde werken aan de orde. Wanneer dat noodzakelijk was, kon de Commissie haar lid uit het Departement waar een probleem zich voordeed naar Den Haag beschrijven en overleg plegen.
De Commissie stemde hoofdelijk, zonder last of ruggespraak. De leden stemden naar anciënniteit, de gecommitteerde leden uit de Departementen volgens een eenmalig vast te stellen ranglijst. De voorzitter bepaalde steeds de werkwijze per zaak. De Commissie kon de Raadpensionaris voorstellen doen ter verbetering van de waterstaat. Voor alles wat boven de begroting en het gewone onderhoud uitging, was een nieuw staatsbesluit noodzakelijk.
Indien de Commissie van Superintendentie het nodig zou vinden, kon op voordracht aan de Raadpensionaris een directeur-generaal van de waterstaat worden aangesteld. Dit is echter niet gebeurd. Het personeel dat zich tot 1805 toe met de waterstaat had beziggehouden, ging van de Algemene Secretarie over naar de Secretarie van Staat voor de Binnenlandse Zaken. De organisatie van de dienst van de waterstaat bleef dezelfde als die van 1803.
- Archief van de Commissie van Superintendentie over de Waterstaat der Bataafse Republiek, 1805-1807
- Archieven betreffende de Waterstaat 1798 - 1813
- Archieven van de inspecteurs van de Waterstaat, 1798-1849
De voornaamste bij deze instelling betrokken personen (links naar Repertorium applicatie):
- Appelius, Jean Henry als lid
- Beyerinck, Willem als inspecteur van de rivieren
- Blanken Jansz., Jan als inspecteur van de zeehavens en zeegaten
- Brunings, Conrad Ludwig als inspecteur van de rivieren
- Conrad, Frederik Willem als inspecteur
- Conrad, Frederik Willem als inspecteur van de zeehavens en zeegaten
- Dingemans, A. als inspecteur van de zeehavens en zeegaten
- Koers, J. als inspecteur van de zeehavens en zeegaten
- Krayenhoff, Cornelis Rudolphus Theodorus als inspecteur van de rivieren
- Ommeren, Walraven van als inspecteur van de rivieren
- Röell, Willem Frederik als lid
- Sleyden, Jacobus van der als lid
- Stralen, Hendrik van als president
- Twent van Raephorst, Adriaan Pieter als lid
- Virieu, Otto de als lid