Instelling
Agentschap van Nationale Opvoeding
Actief vanaf 16-02-1798 tot 08-12-1801
De Agent van Nationale Opvoeding kreeg tot taak de vaderlandse jeugd de eerbiedige erkentelijkheid aan het alles besturend Opperwezen, die de banden van de maatschappij versterkt, in te prenten. Daarnaast moest de jeugd doordrongen worden van plichten jegens medemensen en dienden verlichting en beschaving te worden bevorderd. De agent moest op korte termijn een staat van de lagere scholen opmaken en verbeteringen voorstellen, ook ten aanzien van de leerboeken. Leerstellige godgeleerdheid, gekoppeld aan gezindten, diende hij te weren. Verder kwam de agent het toezicht op de onderwijzers toe en werden van hem plannen verwacht voor de oprichting van schoolbesturen en van kweekscholen. Bovendien moest hij voorstellen indienen voor verplicht onderwijs, ook aan kinderen van arme ouders. Tevens diende hij te zorgen dat geen slaafse straffen, maar vermaningen en voorbeelden werden gegeven en dat het Nederlands zuiver zou worden gespeld. Ook ten aanzien van de Latijnse en Franse scholen, de gymnasia, athenaea en universiteiten werden plannen ter verbetering ingewacht. In een uit te geven tijdschrift moesten alle promoties en examenuitslagen bekend worden gemaakt. Geschriften en boeken die schadelijk waren voor de goede zeden diende de agent te signaleren bij het Uitvoerend Bewind. Zedenbedervende en de nationale geest verzwakkende stukken behoorden uit de schouwburgen te worden geweerd. Deze geest moest door de agent juist gevormd worden tot deugd, vaderlandsliefde en kennis van het ware belang van het gemenebest, hetzij door te schrijven in weekbladen voor de jeugd, hetzij door het vertonen van toneelstukken. De agent werd ook geacht kennis te nemen van onderwijs en wetenschappen in andere landen, teneinde daarvan gebruik te maken. Andere taken waren de bevordering van de schone kunsten en de letteren, en de geneeskundige staatsregeling van de volksgezondheid. Tot dit laatste behoorden de bestrijding van schadelijke dampen in de lucht, toezicht op veilige voeding, op de geneeskunde en op de ziekenverzorging. Binnen een halfjaar diende een plan te worden ingediend voor de opzet van genees- en vroedkunde ten plattenlande, evenals een landelijk in te voeren Pharmacopoea Batava voor apothekers. De agent moest voorts jaarlijkse lijsten van geboorte en sterfte opstellen, een plan indienen voor de geneeskunde op de vloot en een geneeskundig zakboekje voor de gemene man uitgeven. Jaarlijks werd van hem ook een rapport verwacht inzake de staat van kunsten en wetenschappen. Verder diende de agent uiteraard zijn departement te beheren en het archief op orde te houden.
De agent werd aangesteld door het Uitvoerend Bewind en legde daaraan verantwoording af. Zijn instructie ontving hij van het Vertegenwoordigend Lichaam. Het was de agenten verboden gezamenlijk een raad te vormen.
Tot de organisatie behoorde vanaf het begin een vaste secretaris, die met het overige personeel van de bureaus functioneerde op instructie en onder goedkeuring van het Uitvoerend Bewind.
- Archief van de Agent van Nationale Opvoeding voor de Bataafse Republiek
- Archief van het Departement van Binnenlandse Zaken, 1796-1813
De voornaamste bij deze instelling betrokken personen (links naar Repertorium applicatie):
- Bosscha, Herman als chef de bureau
- Dibbetz, R. als commies tot de geneeskundige Staatsregeling
- Driel, J. of E. van als employé
- Ende, Adriaan van den als amanuensis
- Heeckeren, Jan junior van als secretaris
- Heeckeren, Jan junior van als commissaris tot de zaken der geneeskundige staatsregeling
- Heilbron Czn., David als employé
- Janssen, Jacobus Didericus als commies
- Janssen, Jacobus Didericus als eerste commies
- Kooten, Theodorus van als agent
- Ocker, B. als employé
- Paape, Gerrit als commies
- Paape, Gerrit als tweede commies
- Palm, Johannes Henricus van der als agent
- Poll, Willem Jan van de als klerk
- Rijk, G. als employé
- Rogge, Cornelis als employé
- Visscher, Jan Jacob als klerk
- Voren, P. van der als klerk
- Voren, P. van der als employé
- Wagner, C. als klerk
- Wast, J. als employé
- Wast, J. als klerk
- Wenckebach, Caspar Johan als secretaris
- Wenckebach, Caspar Johan als chef de bureau