Instelling
Commissaris-Liquidateur van de Pretentiën van Gepreste Schippers
Actief vanaf 12-02-1800 tot --1812
Aantekeningen:
In de jaren van 1794 tot 1795 waren schippers met een presbrief gedwongen om te varen voor zowel de Fransen, de Engelsen als de Oostenrijkers. In 1797 vroeg de Nationale Vergadering de provincies opgave van de vorderingen van deze schippers. Ten langen leste heeft het Uitvoerend Bewind deze stukken ter hand gesteld aan een Commissaris-Liquidateur. Hij diende niet alleen uitbetaling te doen, maar de declaraties zo te rangschikken dat ze later op de betreffende mogendheden konden worden verhaald. De meeste werkzaamheden waren in 1802 wel afgerond, maar ze hebben zich nog voortgezet tot in 1812.
Wetgeving:
1800/02/12 Geheim besluit van het Uitvoerend Bewind: aanstelling van een Commissaris-liquidateur van de pretentiën van gepreste schippers.
meer informatie
Archieven:
- Archief van de Commissaris-liquidateur van de pretensiën van gepreste schippers 1800-1812
- Archief van het Depot-Generaal van Oorlog 1806-1811
De voornaamste bij deze instelling betrokken personen (links naar Repertorium applicatie):
Literatuur:
Schie, H.A.J., De archieven van het Comité te Lande 1795-1798 en het Ministerie van Oorlog 1798-1810 (1813). Den Haag, 1979.