Onderzoeksgids Bestuur en administratie van de Bataafs Franse tijd 1795-1813

 
English | Nederlands

Instelling

Agentschap van Marine


Actief vanaf 10-02-1798 tot 14-12-1801

Aantekeningen:

De Agent van Marine hield volgens zijn instructie het algemene toezicht op de oorlog en de verdediging te water. Dit toezicht strekte zich uit tot zowel de scheepsuitrustingen als het onderhoud van werven en magazijnen. Hji correspondeerde met de commandanten en met de civiele en militaire ambtenaren. Bij zijn jaarlijkse petitie moest hij een overzicht geven van de staat van de vloot en van de voorraden. Daarnaast ontving het Uitvoerend Bewind een maandelijks rapport over de inzet van de vloot en het werk op de werven. Aanstelling en personeelsbeleid van het vaste corps van de marine behoefden de goedkeuring van het Uitvoerend Bewind. De agent zorgde voor de geregelde betaling en bevoorrading van de zeemacht. Ook de monstering en de disciplinering stonden onder zijn toezicht. De agent was bevoegd orders te geven voor het uitlopen van schepen, maar alleen op last van het Uitvoerend Bewind, tenzij het ging om kleine vaartuigen voor kustbewaking en verkenning. Van de agent verwachtte het Uitvoerend Bewind voorstellen inzake de verdediging van de koloniën en de bescherming van de koopvaardij. Hij diende de vrije doorgang van de neutrale vaart te waarborgen, evenals het respect voor de vlag van de Republiek. Aankopen en aanbestedingen dienden volgens de wetten plaats te vinden. De agent mocht niet zelf deelnamen aan kaapvaart of leveranties doen aan het land. Uitbetalingen kon hij alleen doen volgens de goedgekeurde petitie. Over het tijdstip van betalen moest overleg worden gevoerd met de Agent van Financiën. Bij het Uitvoerend Bewind doende de agent ieder jaar een summiere opgave van de betalingen in. Verder droeg de agent zorg voor het beheer van zijn departement met het archief. Indien hem ter kennis zou komen dat een aanslag op de veiligheid werd voorbereid, zou hij het Uitvoerend Bewind onmiddellijk op de hoogte moeten stellen.

De Agent van Marine werd aangesteld door het Uitvoerend Bewind en legde daaraan verantwoording af. Zijn instructie ontving hij van het Vertegenwoordigend Lichaam. Het was de agenten verboden gezamenlijk een raad te vormen.

Bij het agentschap behoorde vanaf het begin een vaste secretaris, die evenals het overige personeel van de bureaus functioneerde op instructie en onder goedkeuring van het Uitvoerend Bewind. Verder werkten er een aantal commiezen en klerken. In juli 1799 werd vastgesteld dat het agentschap een departement van equipage en een departement van financiën zou hebben, elk met een commies-directeur. Daarnaast waren er een charterkamer en de comptabiliteit van de hoofdelijke betaling. Pas in juli 1800 werd de benoeming van personen geapprobeerd.

Na de benoeming van agent Spoors tot lid van het Staatsbewind werden op 17 oktober 1801 commissarissen-directeurs bij het Agentschap van Marine gemachtigd de lopende zaken waar te nemen.


Wetgeving:

1798/05/01 Staatsregeling voor het Bataafse volk. meer informatie
1798/10/16 Besluit van de Eerste Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam: vaststelling van de instructie voor de Agent van Marine. meer informatie
1800/04/05 Decreet van de twwede Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam: afschaffing van de leges ter algemene secretarie van het Uitvoerend Bewind en op de bureaus van de Agentschappen. meer informatie
1801/10/17 Besluit van het Staatsbewind: Agenten blijven hun werkzaamheden voorlopig waarnemen. meer informatie
1801/10/17 Besluit van het Staatsbewind: commissarissen en directeuren van het Agentschap van Marine worden gemachtigd de lopende zaken waar te nemen nu de Agent Spoors in het Staatsbewind is benoemd. meer informatie

De voornaamste bij deze instelling betrokken personen (links naar Repertorium applicatie):



Literatuur:

Beth, J.C., De departementen van algemeen bestuur gedurende het tijdvak 1795-1907. Groningen, 1907.