Instelling
Directoraat-Generaal van Schone Kunsten
Actief vanaf 22-01-1807 tot 14-10-1807
Het Directoraat-Generaal van Schone Kunsten viel onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken. De directeur-generaal bracht echter de Koning direct mondeling verslag uit zo vaak dat nodig was.
Tot de taken van de directeur-generaal behoorde blijkens het decreet van 22 januari 1807 onder andere het oppertoezicht op het koninklijk museum en op de musea en kabinetten in de departementen, het speuren binnen het rijk naar de beste meesters in alle kunsten, het voorzitterschap van een op te richten academie van schone kunsten, toewijzing aan nationale schilders van onderwerpen, waarna het beste stuk van vaderlandse geschiedenis een prijs zou ontvangen, en het uitloven van velerlei andere prijzen. Verder werden onder andere in Parijs en Rome acht kwekelingen onderhouden, is een journaal der schone kunsten uitgegeven en kwam er een tekenschool.
- Archief van de directeur-Generaal van Schone Kunsten
- Archief van het Departement van Binnenlandse Zaken, 1796-1813
De voornaamste bij deze instelling betrokken personen (links naar Repertorium applicatie):