Instelling
Préfet du Département des Bouches-de-la-Meuse (Monden van de Maas)
Actief vanaf 01-01-1811 tot 20-11-1813
Bij keizerlijk decreet van 9 juli 1810 werd Hollande verenigd met het Franse keizerrijk. De bestuursstructuur werd daarbij voorlopig intact gelaten. Een sénatus-consulte organique van 13/14 december 1810 verklaarde Hollande en een aantal departementen in Duitsland vervolgens tot integraal onderdeel van Frankrijk.
Een keizerlijk decreet van 18 oktober 1810 verdeelde Hollande in zeven departementen, waaronder het Département des Bouches-de-la-Meuse. Het Département de l' Ems Oriental (Oostereems) werd evenwel bij keizerlijk decreet van 26 december 1810 weer aan het Gouvernement-Général de Hollande onttrokken, zodat zes departementen overbleven. Het Gouvernement-Général des Départements de la Hollande en de nieuwe Franse bestuursstructuur traden in werking op 1 januari 1811. Een keizerlijk decreet van 6 januari 1811verklaarde de Franse wetgeving geldig in de Hollandse departementen.
Vanaf 1 januari 1811 voerde de Préfet du Département des Bouches-de-la-Meuse, evenals de overige Franse préfets, onder verantwoordelijkheid van de Keizer diens wetten en decreten uit. Hiermee werd het bestuur van het departement volledig eenhoofdig. De Préfet was verantwoordelijk voor orde en rust, voor de belastingheffing, de conscriptie en publieke werken. Sous-préfets oefenden elk in hun arrondissement als ondergeschikten van de Préfet dezelfde taken uit. In de gemeenten lag analoog het eenhoofdige gezag bij de maires. De Préfets hielden voor inhoudelijke zaken rechtstreeks correspondentie met Parijs, in de eerste plaats met de Ministre de l' Intérieur, maar ook met de overige ministres. Het contact met het Gouvernement-Général in Amsterdam beperkte zich tot de organisatorische inbedding van Hollande in de Franse overheidsadministratie.
Naast de Préfet stonden een Conseil de Préfecture, een Conseil général en een Collège Électoral. Het Conseil de Préfecture, voorgezeten door de Préfet, hield zich bezig met de administratieve rechtspraak in het departement, zoals bijvoorbeeld ten aanzien van het beleid betreffende publieke werken, domeinen en dergelijke. Van de uitspraken was beroep mogelijk op het Conseil d' État. In Hollande oefenden bovendien de préfets en de leden van het Conseil de Préfecture voor misdrijven inzake de belastingheffing dezelfde rechtsmacht uit als voorheen Landdrost en Assessoren. Ook kon de Préfet desgewenst over belangrijke zaken advies vragen aan zijn Conseil de Préfecture. Het Conseil de Préfecture vormde een permanent college, maar dat was geen garantie dat het regelmatig vergaderde.
Het Conseil-Général van het departement daarentegen kwam eenmaal per jaar bijeen, voornamelijk voor de verdeling van enkele heffingen over de arrondissementen. Het koos een eigen voorzitter en secretaris. De leden werden benoemd door de keizer, die daartoe per plaats een tweevoudige voordracht ontving van het Collège Électoral van het departement. Van het tweetal moest er één van buiten het Collège komen. Naast de sous-préfets stonden de Conseils d' Arrondissement die eveneens eenmaal per jaar bijeen kwamen en zich ook bezig hielden met de verdeling van heffingen.
De hoofdstad van het Département des Bouches-de-la Meuse (het oude departement Maasland zonder de gedeelten die in maart 1810 waren overgedragen aan Frankrijk) was Den Haag. Het werd aanvankelijk onderverdeeld in vier arrondissementen, namelijk 1) Den Haag (de oude kwartieren van Den Haag en Leiden), 2) Rotterdam (het oude kwartier Rotterdam), 3) Dordrecht (het oude kwartier van Dordrecht) en 4) Flakkee (ook: Sommelsdijk). Op 21 oktober 1811 werden bij keizerlijk decreet wijzigingen aangebracht, waardoor zes arrondissementen ontstonden, namelijk 1) Den Haag, waarvan weer afgesplitst 2) Leiden, 3) Dordrecht, waarvan nu afgesplitst 4) Gorinchem, 5) Rotterdam, maar nu zonder de eilanden Voorne en Putten, die met Flakkee werden verenigd tot 6) het arrondissement Den Briel.
De préfets, de sous-préfets en de leden van de Conseils werden allen benoemd door de keizer. De leden van het Conseil de Préfecture waren bij voorkeur rijke ingezetenen. De Keizer kon naar willekeur ontslaan of, wat betreft préfets en sous-préfets, verplaatsen. Alleen voor de leden van het Conseil-Général gold een vaste termijn, namelijk vijftien jaar. Bij het genoemde keizerlijke decreet van 18 oktober 1810 werd voor het Département des Bouches-de-la-Meuse het aantal leden van het Collège Électoral vastgesteld op driehonderd, dat van het Conseil-Général du Département op vierentwintig en dat van het Conseil de Préfecture op vijf.
Een secretaris-generaal stond aan het hoofd van de departementale administratie. Hij werd gekozen door de Keizer, gewoonlijk uit plaatselijke notabelen. Per 1 maart 1811 trad een reorganisatie door préfet De Stassart in werking, waarbij een secrétariat-général werd opgericht, met een bureau d' expédition générale, alsmede drie bureaus, namelijk bureau 1) oorlog, politie, paspoorten, vergunningen, douane, landloperij, gevangenissen, pers, levensonderhoud, maten en gewichten; bureau 2) gemeentelijke financiën, verkeer en handel, bestrijding van armoede en beheer van kerkelijke goederen; bureau 3 financiën, belastingen, kadaster en domeinen). In 1812 volgde een nieuwe reorganisatie.
- Archief van de Prefect en de Commissaris-Generaal van het Departement van de Monden van de Maas, 1811-1815
- Archives du fonds De Stassart-de Maillen
- Sous-série F1 Ministère de l' Intérieur. Administration Générale
De voornaamste bij deze instelling betrokken personen (links naar Repertorium applicatie):
- Adrichem, van als membre du Conseil général
- Bennekom, Wilhelmus Theodorus van als membre du Conseil général
- Besier, Bernard Hendrik Alexander als sous-préfet
- Bonnegens, de als sous-préfet
- Brugmans, Sebaldus Justinus als membre du Conseil général
- Bylandt, Frederik Sigismund van als membre du Conseil général
- Caan, Hendrik Johan als secrétaire-géneral
- Caan, Hendrik Johan als sous-préfet
- Collot d'Escury, Hendrik als membre du Conseil général
- Foreest, Nanning van als conseiller de préfecture
- Gestas, H. de als sous-préfet
- Gevers, Dirk Cornelis als sous-préfet
- Godeau d' Entraigues, Alexandre-Pierre-Amédée als sous-préfet
- Groeninx van Zoelen, Otto Paulus als membre du Conseil général
- Hees, Johan van als conseiller de préfecture
- Heijting, D. als conseiller de préfecture
- Heldewier, Daniël Michiel Gijsbert als membre du Conseil général
- Hoffmann, Johan Frederic als membre du Conseil général
- Hoogstraten, Samuel van als membre du Conseil général
- Hultman, Carel Gerard als préfet
- Lange, Johan Herman de als conseiller de préfecture
- Leyden, Frédéric Auguste van als membre du Conseil général
- Loncq, Gozewijn Jan als conseiller de préfecture
- Monchy, Michiel Marinus de als membre du Conseil général
- Okhuysen, Nicolaas Jan als membre du Conseil général
- Onderwater, Hendrik als membre du Conseil général
- Oosthuyse van Rysenborgh, als membre du Conseil général
- Palm, Johannes Henricus van der als membre du Conseil général
- Pichot de l' Espinasse, Samuel Paulus als membre du Conseil général
- Renaud, als membre du Conseil général
- Repelaer, Johan als sous-préfet
- Repelaer, Paulus als membre du Conseil général
- Roest van Alkemade, Theodoor Jan als membre du Conseil général
- Schaep, als membre du Conseil général
- Schuylenburch, François Pierre Guillaume van als membre du Conseil général
- Slingelandt, Johan Diederik Barthout van als conseiller de préfecture
- Stassart, Goswin-Joseph-Augustin de als préfet
- Stratenus, als conseiller de préfecture
- Tomputte, Henricus Ludovicus van als membre du Conseil général
- Twent van Raephorst, Adriaan Pieter als membre du Conseil général
- Valeton, als membre du Conseil général
- Verheyen, Johannes Baptista als membre du Conseil général
- Zuylen van Nijevelt, Jan Adriaan van als sous-préfet