Instelling
Conseil de Liquidation à Amsterdam
Actief vanaf 10-11-1810 tot 01-12-1811
In 1808 had een commissie tot verevening en betaling van de achterstand opdracht gekregen restantenlijsten te maken van alle achterstallen (uitgezonderd de staatsschuld) per 31 december 1807. In 1808 besloot Lodewijk Napoleon de betalingen van deze achterstallen tijdelijk op te schorten, maar kwam tijdens zijn regering niet meer tot een nieuw besluit.
Keizer Napoleon gaf in 1810 het Conseil de Liquidation (ook genoemd Bureau de Liquidation naar de administratie en eveneens raad van verevening) een bredere taak, namelijk de vereffening van de schulden van alle ministeries vóór 1810, te voltooien vóór 1 juli 1811. De betalingen zouden geschieden in bons van het Syndicat de Hollande. Het Conseil de Liquidation functioneerde onder verantwoordelijkheid van de Ministre du Trésor Impérial. Uiteindelijk vond de opheffing plaats per 1 december 1811. Het archief ging over op het Syndicat de Hollande.
Het Conseil de Liquidation bestond uit een president, die tevens maître des requêtes van het Conseil d' État was, en zes leden. Tot de organisatie behoorden een voorlopige secretaris-generaal met employés.
De voornaamste bij deze instelling betrokken personen (links naar Repertorium applicatie):