Instelling
Provisionele Raad van Regentschap van het Koninkrijk Holland
Actief vanaf 01-07-1810 tot 13-07-1810
De Provisionele Raad van Regentschap had tot taak de waarneming van het regentschap voor Koning Napoléon Louis na de troonsafstand op 1 juli 1810 van zijn vader, Koning Lodewijk Napoleon. De voorzitter van de Provisionele Raad van Regentschap werd minister president genoemd. Koningin Hortense heeft het regentschap niet aanvaard en de zaak voorgelegd aan de Keizer als hoofd van de familie. Op 12 juli 1810 werd kennisgenomen van een brief van 9 juli 1810 van de Keizer aan de Provisionele Raad van Regentschap, waarin deze meedeelde geen genoegen te nemen met de troonsafstand van Lodewijk Napoleon. In het bijgaande keizerlijke decreet werd Holland bij Frankrijk ingelijfd. De Provisionele Raad heeft toen als algemeen bestuur enkele dagen de werkzaamheden voortgezet tot aan de komst van de Lieutenant-Général van de Keizer.
De voornaamste bij deze instelling betrokken personen (links naar Repertorium applicatie):
- Appelius, Jean Henry als lid
- Cambier, Jacob Jan als lid
- Capellen, Godert Alexander Gerard Philip van der als lid
- Dassevael, Steven als secretaris-archivist
- Heim, Paulus van der als waarnemend Voorzitter
- Hugenpoth tot Aerdt, Alexander Wilhelmus Josephus Joannes van als lid
- Reuvens, Jan Everard als lid