Instelling
Koninklijke Orde van de Unie
Actief vanaf 14-02-1807 tot 18-10-1811
Bij decreet van 12 december 1806 had Lodewijk Napoleon twee orden opgericht, de Orde van de Unie en de Koninglijke Orde van Verdiensten. Napoleon protesteerde tegen deze gang van zaken. Op 13 februari 1807 werden de orden verenigd tot een nieuwe orde onder de naam Koninklijke Orde van Holland. Op 23 november 1807 is deze naam weer gewijzigd in Koninklijke Orde van de Unie.
In Amsterdam richtte Napoleon op 18 oktober 1811 de Ordre Impérial de la Réunion op, waarmee tegelijkertijd onder andere de Koninklijke Orde van de Unie werd opgeheven. Van vervanging is in zoverre geen sprake dat de oud-leden zelf moesten verzoeken om benoeming in de Ordre Impérial.
De Koninklijke Orde van de Unie telde dertig grootkruisen, vijftig commandeurs en een wisselend aantal ridders. Er vonden echter boventallige benoemingen plaats. De achtereenvolgende formele regelingen spoorden niet met de werkelijke benoemingen en aantallen.
De Koning was chef, grootmeester en stichter van de orde. De Orde had een kapittel waarin de grootmeester, de groot-kanselier, de groot-thesaurier, met twee andere leden, zitting hadden. De Raad van Administratie van de Orde bestond uit drie leden.
De orde had een secretaris, een redenaar, een historiograaf en een secretaris-archivist.
De voornaamste bij deze instelling betrokken personen (links naar Repertorium applicatie):