Instelling
Administrateurs der Posterijen
Actief vanaf 07-07-1806 tot 31-12-1807
De Administrateurs van de Posterijen waren verantwoordelijk voor de postverzending. Daartoe beheerden ze een uitvoerende dienst in het hele land en hielden zij ook contacten met het buitenland.
De zeven commissarissen van de Bataafse Posterijen die bij het aantreden van Lodewijk Napoleon nog in dienst waren, werden aanvankelijk door hem gecontinueerd. De Raadpensionaris had voordien al besloten tot een reorganisatie van hun dienst, die zou ingaan per 1 januari 1807. De Koning echter kwam al op 7 juli 1806 met een decreet tot oprichting van een Administratie van de Posterijen met aan het hoofd een directeur-generaal. Deze zou gaan vallen onder het gezag van de Minister van Financiën. Omdat Lodewijk Napoleon in de hierop volgende periode afwezig was, gaf de Minister van Financiën de commissarissen opdracht te blijven functioneren op de intussen tot stand gekomen instructie. Deze hield in dat er zeven commissarissen zouden zijn van tenminste vijfentwintig jaar oud, niet verwant, alsmede een secretaris. Iedere commissaris had een eigen gebied (departement), waar hij ook moest resideren. Ieder jaar kwamen de commissarissen viermaal in gewone vergadering bijeen. Buitengewone vergaderingen konden plaatsvinden indien nodig, of op aanvraag van twee leden. De commissaris van het eerste departement resideerde in Den Haag en zat de vergaderingen voor. Hij was ook gemachtigd de stukken te openen.
De onzekere toestand bracht met zich mee dat in 1806 geen nieuwe organisatie werd ingevoerd. Op 20 november 1806 besloot Lodewijk Napoleon tot weer een andere vernieuwing, namelijk de aanstelling van een directeur-generaal voor zowel de brieven- als de paardenpost. Op 27 februari 1807 werd Pijman als zodanig benoemd. Hij trad aan op 18 maart 1807 en moest samenwerken met het tijdelijk gehandhaafde college van commissarissen, waarvan hij voorzitter werd. Pas op 2 oktober 1807 kwam een decreet tot stand dat de administratie van de posterijen opnieuw regelde. Deze laatste reorganisatie kreeg niet snel genoeg zijn beslag om de administratie van de posterijen op te heffen op de geplande datum van 1 november. Deze datum werd daarom verschoven naar 1 januari 1808.
De voornaamste bij deze instelling betrokken personen (links naar Repertorium applicatie):