Instelling
Algemeen Bestuur van Weldadigheid
Actief vanaf 30-06-1809 tot 01-05-1811
Het Algemeen Bestuur van Weldadigheid functioneerde onder verantwoordelijkheid van de Minister van (Eredienst en) Binnenlandse Zaken als afdeling van dat ministerie. Het had tot taak de weldadigheid binnen het Koninkrijk te coördineren en te verenigen.
Over het tijdstip van opheffing ontstond verwarring binnen het Franse bestuur. Ofschoon het Algemeen Bestuur van Weldadigheid eigenlijk had moeten worden opgeheven per 1 januari 1811 bij de invoering van de Franse wetgeving, die deze voorziening niet kende, en het bestuur zichzelf ook als opgeheven beschouwde, bleef het bestaan en werden de leden en ambtenaren betaald tot 1 mei 1811. Het was tot op dat moment nog niet goed georganiseerd en had volgens de Intendant de l' Intérieur weinig gepresteerd, mede omdat de president geen gezag boven zich erkende.
De voornaamste bij deze instelling betrokken personen (links naar Repertorium applicatie):