Instelling
Departementaal Bestuur van Friesland (1802-1805)
Actief vanaf 21-06-1802 tot 01-08-1805
De staatsregeling van 16 oktober 1801 bepaalde dat Friesland een departement zou vormen, met als hoofdstad Leeuwarden. Het Departementaal Bestuur mocht inzake binnengewestelijk bestuur, economie en financiën eigen regelingen vaststellen, zolang deze niet strijdig waren met de algemene wetgeving. De Departementale Besturen waren verantwoordelijk aan het Staatsbewind voor de nauwkeurige uitvoering van uitgevaardigde bevelen. Bij toerbeurt moesten zij een voordracht van vier personen doen als er een plaats in het Staatsbewind openviel. Bovendien hielden zij toezicht op de gemeentelijke en particuliere waterstaatwerken en benoemden ze de raadsheren in de Departementale Gerechtshoven.
Op 27 oktober 1801 werd besloten uit de ingezetenen voor ieder departement een commissie te benoemen tot het ontwerp van de inrichting van het bestuur volgens art. 62 van de staatsregeling (voor Friesland zeven leden). Het Wetgevend Lichaam keurde op 9 februari 1802 de verdeling in departementen en ringen goed. Het reglement voor Friesland werd door het Staatsbewind vastgesteld op 13 april 1802. Op 4 juni van dat jaar werden de oude departementale besturen formeel opgeheven en de nieuwe reglementen van bestuur ingevoerd. Op 21 juni 1802 konden de voor de eerste maal door het Staatsbewind benoemde leden met de nieuwe Departementale Besturen bijeen komen. Pas op 18 februari 1803 werd een ingewikkeld kiesreglement vastgesteld.
Friesland, dat nu weer de oude omvang had teruggekregen, was verdeeld in veertien drostambten.
Het Departementaal Bestuur van Friesland bestond uit twaalf leden, op basis van het aantal inwoners, voor de eerste maal benoemd door het Staatsbewind, daarna verkozen uit een door de ringkiezers opgestelde nominatie van vier personen door 120 departementale kiezers, die zelf verkozen waren door de ringkiezers, twintig per ring. Voor de verkiezing van zowel het Departementaal Bestuur als het Wetgevend Lichaam werd het departement Friesland op 18 februari 1803 verdeeld in zes ringen die alleen een nummer, geen naam hadden.
De voornaamste bij deze instelling betrokken personen (links naar Repertorium applicatie):
- Albarda, Johannes als lid
- Aylva, Sicco Douwe van als lid
- Bergsma, Petrus Adrianus als lid
- Blocq van Haersma, Daniel de als lid
- Buma, Bernhardus als lid
- Cats, Epeus als lid
- Drabbe, Johannes Vriemoet als lid
- Feenstra, Thijs als lid
- Fontein, Pieter Freerks als lid
- Gasinjet, Paulus als lid
- Hylckama, Johan Petrus van als lid
- Lycklama à Nijeholt, Tinco Martinus als lid
- Scheltinga, Cornelis van als lid
- Sixma, Barteld Douma Tjalling van als lid
- Tour, Jacob Nanning du als lid
- Wierdsma, Petrus als secretaris
- Ypeij, Mathijs als lid