Instelling
Hof van Justitie van Brabant (1795-1802)
Actief vanaf -08-1795 tot -07-1802
Aan het het Hof van Justitie in Brabant was de criminele en de civiele rechtspraak in dat gewest opgedragen. Op 8 augustus 1795 waren Provisionele Representanten van Bataafs-Brabant en de Staten-Generaal een plan van tussenbestuur overeengekomen. Op grond daarvan werd, na opheffing van de oude Raad van Brabant, die zetelde in Den Haag, op 2 september 1795 een Hof van Justitie van Brabant opgericht, dat zetelde te 's-Hertogenbosch. Deze regeling was overeengekomen tot 1 januari 1796, maar werd op 2 mei 1796 verlengd.
In gevolge de constitutie van 1798 en de daaruit voortvloeiende wijziging in de indeling van de Departementen werd besloten tot de oprichting en bemanning van Departementale Gerechtshoven van de Dommel te 's-Hertogenbosch en van Schelde en Maas te Dordrecht. Tot daadwerkelijke invoering van deze gerechtshoven is het echter nooit gekomen. Daarom bleef het Hof van Justitie van Brabant van 1799 tot 1802 werkzaam onder de naam Hof van Justitie van het voormalige gewest Brabant.
Het Hof van Justitie van Brabant bestond uit zeven raadsheren, aanvankelijk benoemd tot 1 januari 1796, daarna voor het leven.
De voornaamste bij deze instelling betrokken personen (links naar Repertorium applicatie):
- Adrichem, Hendrik van als procureur-generaal
- Brueys, Benjamin de als raadsheer
- Bruijn, N.J. de als raadsheer
- Changuion, Pierre Jean als raadsheer
- Engelen van Strijen, Carel Benjamin als president
- Engelen van Strijen, Carel Benjamin als raadsheer
- Gallé, François Jacob als raadsheer
- Horst, Lambertus Wilhelmus van der als raadsheer
- Petersom Ramring, Samuel Anton Nicolaas van als raadsheer
- Storm, Bernardus als raadsheer