Onderzoeksgids Bestuur en administratie van de Bataafs Franse tijd 1795-1813

 
English | Nederlands

Instelling

Landdrost en Assessoren van Oost-Friesland (1808-1810)


Actief vanaf -02-1808 tot 31-12-1810

Aantekeningen:

Evenals de reeds sinds 1807 bestaande andere colleges van Landdrosten en gedeputeerden voerden die van Oost-Friesland het algemeen bestuur van dat departement. Bij het tractaat van Fontainebleau van 11 november 1807 tussen de Koning en de keizer was Oost-Friesland met het koninkrijk Holland verenigd. Bij wet inzake de vereniging van Oost-Friesland, het Land van Jever en de heerlijkheden Varel en Kniphausen met het koninkrijk Holland van 30 januari 1808 werden deze landen het elfde departement Oost-Friesland. Het gedeelte van Oost-Friesland ten westen van de Eems echter is toegevoegd aan het departement Groningen. De definitieve indeling van het Departement Oost-Friesland kreeg, na een eerste decreet van 20 oktober 1808 dat in verband met de belastingheffing weer werd gewijzigd, zijn beslag met een decreet van 26 november 1808. Bij deze gelegenheid werd Oost-Friesland ingedeeld in drie ressorten, zelf weer onderverdeeld in arrondissementen: eerste ressort Emden met de arrondissementen Emden en Leer, het tweede ressort Aurich met de arrondissementen Norden en Aurich en het derde ressort Jever, met de arrondissementen Jever en Ezens.

Intussen was in februari 1808 een Landdrost van Oost-Friesland benoemd, in april van dat jaar ook de zes assessoren.

Bij wet van 13 april 1807 en bij koninklijk decreet van 29 april 1807 was een reglement op het bestuur in de departementen ingevoerd en uitgewerkt. Ook in het departement Oost-Friesland was de Landdrost verantwoording schuldig aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en van Politie en Justitie voor ieders beleidsterrein. Verder correspondeerde hij met de overige ministers. De Landdrost was onder andere belast met het oppertoezicht over de politie en met de uitvoering in zijn departement van alle wetten en bevelen van de regering. Ook hield hij toezicht op de gemeenten. Oost-Friesland was, zoals gemeld, in afwijking van de overige Departementen niet ingedeeld in kwartieren met hun eigen kwartierdrost, maar in ressorten en arrondissementen.


Wetgeving:

1807/04/13 Decreet Lodewijk Napoleon: wet met reglement op de inrichting van het bestuur in de Departementen. meer informatie
1807/04/29 Koninklijk decreet Lodewijk Napoleon. Nader reglement op het bestuur in de Departementen meer informatie
1809/04/20 Wet op de verdeling van het Rijk en het Bestuur in Departementen en Gemeenten meer informatie



Literatuur:

Boven, M.W. van en O. Moorman van Kappen, "Die Justizverfassungen Ostfrieslands und Jeverlands zu Anfang des Jahres 1808" in: Jahrbuch der Gesellschaft für bildende Kunst und vaterländische Altertümer zu Emden XLV (1985) p. 52-71.
Deeters, W., Findbuch zu den Beständen Holländisches Departement Ostfriesland, Holländisch-französische Domänen-Administration, Französisches Departement Ost-Ems, Göttingen, 1983.
Koppius, W.J., "Oost-Friesland onder het bestuur van het Koningkrijk Holland (1806-1810)" in: Bijdragen voor de Vaderlandse Geschiedenis en Oudheidkunde, 7e Reeks, II (1932) p. 283-304.
Mortel, J.B.V.M.J. van de, De positie van den landdrost in Noord-Brabant van 1807 tot 1810. 's-Hertogenbosch, 1945.
Otten, F.J.M., "Quellen zur Geschichte Ostfrieslands in den Jahren 1807 bis 1813 im Algemeen Rijksarchief in Den Haag. Eine Übersicht" in: Emder Jahrbuch für historische Landeskunde Ostfrieslands LXXIX (1999) p. 233-245.
Pot, C.W. van der, Bestuurs- en rechtsinstellingen der Nederlandse Provinciën. Zwolle, 1949.