Instelling
College van Administratie van de Domeinen van Nassau
Actief vanaf 11-10-1796 tot 01-05-1798
Nadat het stadhouderschap op 4 maart 1795 was afgeschaft, werden de Nassause domeinen door de gewesten waarin deze waren gelegen, geconfisqueerd. Bovendien is op 16 mei 1795 met het huis Nassau het Haags verdrag gesloten waarbij Frankrijk de inmiddels door dat land geconfisqueerde Nassause domeinen overdroeg aan de Bataafse Republiek.
De oude Nassause Domeinraad werd op 5 maart 1795 ontslagen door Provisionele Representanten van Holland, het gewest waar het zwaartepunt van de administratie lag. Het decentrale beheer leverde echter grote moeilijkheden op, mede in verband met de betaling van schulden. Vandaar dat de Eerste Nationale Vergadering een Commissie van Superintendentie over de Domeinen van de gewezen stadhouder aanstelde. Deze beheerde alle domeinen. Onder verantwoording van deze commissie ging het College van Administratie van de Domeinen van Nassau, waarvan de instructie op 11 oktober 1796 werd vastgesteld, aan de slag. In 1798 werd de administratie van de Nassause domeinen overgedragen aan het Agentschap van Financiën. Daarna bleef deze onderdeel van de opeenvolgende ministeries. In 1806 werd een deel van de Nassause domeinen afgestaan aan Lodewijk Napoleon en toegevoegd aan de kroondomeinen.
Het college van Administratie van de domeinen van Nassau bestond uit vijf administrateurs, een thesaurier en een secretaris. Het voorzitterschap van het in Den Haag zetelende college rouleerde om de twee weken onder de administrateurs.
De voornaamste bij deze instelling betrokken personen (links naar Repertorium applicatie):