Instelling
Légion d' Honneur
Actief vanaf 01-01-1811 tot 20-11-1813
Het in 1802 opgerichte Légion d' Honneur kreeg tijdens het Keizerrijk de gedaante van een ridderorde, met een op bepaalde voorwaarden erfelijke titel van ridder, eretekenen, de aflegging van een eed van trouw, een toelage, privileges en beroepsverboden.
Aan het hoofd van het Légion d' Honneur stond de Keizer. Hij werd bijgestaan door een grand chancelier, een grand-trésorier en een Grand Conseil de la Légion d' Honneur, maar benoemde zelf de leden van het Légion. Het Légion was verdeeld in zestien cohorten op basis van grondgebied. Holland is in deze verdeling nooit opgenomen.
De grande chancellerie bestond uit vijf divisies: 1) première division (voorstellen tot lidmaatschap, leden); 2) deuxième division (voorbereiding van nominaties); 3) troisième division (eedsaflegging, traktementen en gratificaties); 4) quatrième division (domeinen, gebouwen, instellingen voor onderwijs en armenzorg); 5) cinquième division (archivering, necrologieën).
De voornaamste bij deze instelling betrokken personen (links naar Repertorium applicatie):