Instelling
Intendance de l' Intérieur en Hollande
Actief vanaf 01-01-1811 tot 20-11-1813
De Intendant de l' Intérieur behoorde tot het Gouvernement-Général des Départements de la Hollande, maar was werkzaam onder verantwoordelijkheid van de Ministre de l' Intérieur. Hij had géén opdracht om het binnenlands bestuur over de departementen in het voormalige Koninkrijk Holland te behartigen. Dit berustte bij het Ministère de l' Intérieur in rechtstreekse betrekking met de préfets in de Hollandse departementen.
De Intendant had adviserende en coördinerende taken met het oog op de volledige aanpassing van het nog bestaande binnenlandse bestuur in Hollande aan het Franse bestuur. Dit proces zou in 1812 voltooid moeten zijn. In dit kader gaf de Intendant aan de préfets de bevelen van hogere instanties door en hield hij correspondentie met de Ministre de l' Intérieur en de préfets. Verder bewaakte de Intendant de eenheid in de administratieve jurisprudentie en zag hij toe op de scheiding van administratie en rechtspraak. Hij gaf advies inzake de nieuwe bestuurlijke en juridische indeling van het land en omtrent benoemingen. Ook hield hij toezicht op de conscriptie, op de begrotingen van de grote steden, op de voorbereidingen voor de invoering van de Université Impériale (die ook het niet-universitaire onderwijs zou omvatten), op de oprichting van Chambres en Bourses de Commerce en op de behandeling van Nederlandse bestuursarchieven.
Hiernaast had de Intendant, die al eerder blijk had gegeven van persoonlijke belangstelling voor statistiek, opdracht om voor de Ministre de l' Intérieur een statistiek overzicht van Holland samen te stellen. Dit werd op 28 april 1813 daadwerkelijk gepresenteerd onder de titel "Aperçu sur la Hollande".
De Gouverneur-Général droeg op 26 januari 1811 de Intendant de l' Intérieur op te fungeren als administratief kanaal voor alles wat de scholen aanging. Met godsdienstige zaken, die vielen onder het Ministère des Cultes, had de intendant aanvankelijk niets van doen. Bij keizerlijk decreet van 29 oktober 1811 kreeg Gouverneur-Général Lebrun echter last zich ook met eredienst bezig te houden, bij welke taak hij de Intendant de l' Intérieur inschakelde.
Al aan het begin van zijn verblijf in Hollande liet de Intendant de l' Intérieur aan de préfets in Hollande weten dat alle inhoudelijke correspondentie door hen rechtstreeks aan de betreffende Franse instellingen moesten worden gericht. Omgekeerd gingen sommige keizerlijke decreten via de Gouverneur-Général naar de Intendant de l' Intérieur, andere rechtstreeks naar de préfets. De Ministre de l' Intérieur vroeg adviezen en stuurde decreten en circulaires rechtstreeks aan de préfets. In verband met zijn werkzaamheden op het terrein van de statistiek probeerde de intendant geregeld kopie van voor hem relevante documenten uit Parijs of van de préfets te verkrijgen. Dit betreft dus geen eigenlijke inhoudelijke correspondentie.
De Intendant de l' Intérieur benoemde bij arrêté van 1 januari 1811 no. 1 een aantal ambtenaren, voorlopig, totdat de Ministre de l' Intérieur approbatie had verleend. Er was een secretaris generaal, een chef de division en vier chefs de bureau. Reeds op 28 januari 1811no. 6 werden een aantal functies weer opgeheven als overbodig, zodat er één bureau overbleef.
- Archief van de Rekestmeester, Intendant van Binnenlandse Zaken, 1811-1813
- Archief van het Departement van Binnenlandse Zaken, 1796-1813
- Departementsarchieven betreffende erediensten, periode 1805-1808
De voornaamste bij deze instelling betrokken personen (links naar Repertorium applicatie):