Instelling
Wetgevend Lichaam, Vergadering van Hun Hoog Mogenden vertegenwoordigende het Bataafs Gemenebest (Raadpensionaris)
Actief vanaf 15-05-1805 tot 24-08-1806
De titel van het Wetgevend Lichaam luidde voluit Hun Hoog Mogende, vertegenwoordigende het Bataafs gemenebest. De staatsregeling van 1805 spreekt echter steeds van de Vergadering van Hun Hoog Mogende. Het Wetgevend Lichaam vertegenwoordigde samen met de Raadpensionaris de oppermacht van het Bataafse volk.
Het Wetgevend Lichaam beraadslaagde alleen over door de Raadpensionaris voorgedragen wetsontwerpen, die slechts aanvaard of verworpen, maar niet gewijzigd konden worden. Na een met redenen omklede verwerping kon de Raadpensionaris het ontwerp desgewenst met een nadere toelichting of in gewijzigde vorm indienen. Eveneens kon het Wetgevend Lichaam een door de Raadpensionaris op iedere najaarszitting in te dienen algemene begroting van staatsbehoeften en alle augmentaties daarop hetzij bewilligen, hetzij verwerpen. Verder verleende de vergadering op voordracht van de Raadpensionaris gratie, abolitie (vernietiging) of remissie (vermindering) van straffen. Alleen de vergadering van hun Hoog Mogende had het recht de niet geheime artikelen van tractaten van vrede, alliantie en koophandel te bekrachtigen. Een oorlogsverklaring kon slechts geschieden na een besluit van de vergadering op voordracht van de Raadpensionaris.
De vergadering bestond uit negentien leden, zeven uit Holland, elk twee uit Groningen, Friesland, Overijssel, Gelderland en Brabant, elk één uit Zeeland en Utrecht. Ze stemden hoofdelijk, zonder last of ruggespraak. De eerste maal werden de leden benoemd door de Raadpensionaris. Daarna zouden ze voor drie jaar worden verkozen en vanaf 1 december 1806 zou jaarlijks een derde van hen aftreden, onmiddellijk in de eerste vergadering te bepalen bij lot. Verkiezing zou dan plaatsvinden door het betreffende departementale bestuur nadat de Raadpensionaris een door dat bestuur ingediende nominatie van vier personen had teruggebracht tot twee. Aftredende leden waren opnieuw verkiesbaar.
De vergadering van hun Hoog Mogende kwam tweemaal per jaar bijeen, van 15 april tot 1 juni en van 1 december tot 15 januari, of op buitengewone bijeenroeping door de Raadpensionaris.
De griffier werd door de Raadpensionaris benoemd uit een nominatie door het Wetgevend Lichaam van twee personen van buiten de vergadering.
Bij zijn intrede in Den Haag op 23 juni 1806 beëdigde Lodewijk Napoleon alle leden van Hun Hoog Mogende.
- Archief van de wetgevende colleges 1 maart 1796 - 18 september 1801 (betreffende het wetgevend lichaam 1801-1810)
- Collectie tweede kamer. Kopieresoluties van verschillende bestuursorganen 1524-1807.
De voornaamste bij deze instelling betrokken personen (links naar Repertorium applicatie):
- Alberda van Dijxterhuis, Goossen Geurt als lid
- Aylva, Hans Willem van als lid
- Boetzelaer, Pieter Alexander van als lid
- Busch, Johan als lid
- Couperus, Jan als secretaris
- Crane, Wilhelmus Christianus de als lid
- Cremers, Epimachus Jacobus Ignatius als lid
- Cuypers, Petrus Josephus als lid
- Foreest, Cornelis van als lid
- Hengst, Hendrik Jacob van als lid
- Hooff, Joannes Franciscus Rudolphus van als lid
- Kempenaer, Regnerus Livius van Andringa de als lid
- Leyden, Frédéric Auguste van als lid
- Rengers, Egbert Sjuck Gerrold Juckema van Burmania als lid
- Rhemen, Wilt Gerrit Jan van als lid
- Roorda, Evert als lid
- Six, Cornelis Charles als lid
- Styrum, Jan van als lid
- Twent van Raephorst, Adriaan Pieter als lid
- Vos van Steenwijk, Carel de als lid
- Weerts, Arnold Jacob als lid