8
De generaalmeesters van de Munt
Van der Meiden en
Nispen zijn ter
vergadering verschenen
en voeren aan dat Nispen zich onder gewapend
geleide naar
Huissen heeft begeven en daar heeft vastgesteld
dat
Nicolaes Meinerts,
Nicolaes
Matthyssen en
Christoffel
Wort zowel
gouden als zilveren munten en kapitale penningen vervalsen. Enkele
munten zoals de Brabantse kruisdaalder en de Zeeuwse arendsdaalder,
worden hier te lande gevalueerd, andere zijn niet gevalueerd, zoals
de
Frankfurter, Neurenbergse en Metzer goudgulden
en de in
Brabant geslagen hele en halve schelling.
Alle
munten zijn gelijk aan het gewicht van hun zuivere voorbeelden,
maar
een derde minder in gehalte.
HHM besluiten, gelet op het risico dat het land met valse munten overspoeld raakt, Nispen bij deze te machtigen opnieuw naar Huissen te gaan om daar
de genoemde personen aan te houden en over te leveren aan het
Hof van Gelderland
of de magistraat ter
plaatse. Zij blijven daar totdat HHM een nadere beslissing hebben
genomen. Nispen wordt een akte gegeven waarin de
commandanten en officieren gelast wordt hem bij het uitvoeren van
zijn
opdracht te assisteren. Ook zal aan
Essen worden
geschreven met het verzoek Nispen zo goed
mogelijk
te informeren en hem behulpzaam te zijn.