11
Haga schrijft d.d. Constantinopel [Istanbul] 4 april dat de
afgelopen
winter, in strijd met het plakkaat, verschillende schepen uit de
Republiek die in
Genua of
Livorno
zijn bevracht, in
Griekenland zijn geweest en
daar
de gebruikelijke contrabande hebben gepleegd. Hij verwacht grote
problemen.
De consuls zal geschreven worden de namen van schepen, schippers en thuishavens te noteren en aan HHM te sturen.
Haga bericht ook dat andere ambassadeurs de opdracht hebben de
vredesonderhandelingen met
Spanje te beletten en
volmacht hebben om daartoe de nodige uitgaven te doen.
Haga mag met de ambassadeurs samenspannen en eventueel tot 3.000
gld. spenderen. Hij moet HHM op de hoogte houden van het verloop
van
deze zaak en van de mate waarin de ambassadeurs de geschenken
zouden
willen uitbreiden, opdat HHM daarover een nader besluit kunnen
nemen.