191
De gecommitteerden die met de
Bewindhebbers van de VOC
hebben gesproken over het afscheid van de
Perzische ambassadeur melden dat hij van recredenties en antwoord op de door hem
aangevoerde punten voorzien dient te worden. De ambassadeur zou van
zowel het land als de VOC een verering dienen te ontvangen.
De recredenties en het antwoord zullen worden opgesteld en ook het land zal een verering toekennen, echter de VOC dient die te bekostigen uit de buitgemaakte schepen en goederen. Aangezien de ambassadeur vindt dat er ook een ambassadeur van de Republiek naar
Perzië moet gaan, zal er iemand uit
Batavia
[Jakarta] worden
gezonden op credentie van HHM.
De Bewindhebbers zeggen dat
Hasselt blijft aandringen op de eerder door hem verzochte akte en
zij verwachten meer heil van hem dan van de ambassadeur.
De akte is bij deze opgesteld, goedgekeurd en geapprobeerd.
02/09/1626, 19
1
Deze resolutie is gedrukt:
Dunlop, Bronnen Oostindische Compagnie
Perzië I, 703.