18
Zeekapitein
Abraham du Quesne verzoekt zijn nadere documentatie te betrekken in de
vaststelling van de represailles tegen de onderdanen van de
Deense koning.
De gecommitteerden in de [arbitrage]zaak wordt verzocht op het rekest een apostille te formuleren die in
Frankrijk redelijk en billijk bevonden kan worden. Ook zouden zij een
brief ter informatie van
Languerack moeten
opstellen.