21
Van
Z.Exc. is een brief d.d. Vynen 17 okt. ontvangen waarin hij HHM
voorlegt of het geen afbreuk doet aan zijn positie wanneer de
zaak
van
Vernueil en de zijnen, die
eerst aan hem en
de
gedeputeerden te velde is gelaten, nu aan de RvS wordt gegeven. Om
de
koning van Frankrijk enigszins
tegemoet te komen
lijkt het hem ook beter Verneuil en zijn kornuiten tijdelijk van
hun
functie te ontheffen. Nadat zij in 's-
Gravenhage
zijn
aangekomen zou dan nader over hun toekomst kunnen worden beslist.
In dezelfde brief geeft Z.Exc. tevens een uitvoerige argumentatie
waarmee het verzoek om staatse soldaten naar de
Deense
koning te sturen kan worden afgewezen.
HHM zullen inzake Vernueil c.s. antwoorden dat de resolutie van 11 sept.1 het verhoor van de kapiteins aan de gedeputeerden te velde laat, in overleg met Z.Exc., en dat HHM de beslissing aan zich houden. Zij gaan akkoord met de tijdelijke schorsing tot de aankomst van Z.Exc. in 's-Gravenhage, waarna de zaak ten principale kan worden behandeld. Wat de soldaten voor de Deense koning aangaat hebben HHM gemeend het verzoek van Z.M. niet botweg te kunnen afwijzen. Nu geen uitsluitsel is verstrekt kan nog worden afgewacht of de
koning van Groot-Brittanniƫ zijn vier regimenten naar Christiaan IV wil zenden.
De brief aan Z.Exc. is conform dit besluit opgesteld, gelezen en goedgekeurd.
22/10/1626, 21
1
Feitelijk is dit besluit 10 september genomen en op 11 september gehandhaafd.