3
Z.Exc. schrijft d.d. Doornik 31 okt. dat vanwege gebrek aan foerage
in
Hetter het merendeel
van
de
cavalerie in de steden aan de
IJssel zal
worden ondergebracht. De rest gaat naar de
Lijmers
en
de
infanterie wordt ingescheept. Men wacht af wat de vijand doet.
Met een andere brief d.d. Emmerik [Emmerich] 1 nov. stuurt Z.Exc. een schrijven mee van de
luitenant-admiraal van Holland, d.d. de Braeck 26 oktober. Daarin wordt verzocht alle
schepen daarnaartoe te sturen aangezien
Spinola
in
Duinkerke is aangekomen en voorbereidingen treft
voor
het in zee zenden van een aantal schepen. Van
Mibassen hebben HHM een brief
d.d. Calais 24
okt.
ontvangen waarin hij meldt dat het gaat om acht schepen.
Aangezien HHM hierover al op 31 okt. aan de Admiraliteiten hebben geschreven, laten zij de zaak erbij.
De luitenant-admiraal raadt in zijn brief van 26 okt. ook aan de fregatten die tijdens de winter niet zeewaardig zijn naar de binnenwateren tussen
Holland en
Zeeland te sturen of naar
Zuid-Beveland en
Tholen. Uit
betrouwbare bron is namelijk vernomen dat de vijand een aanval op
die
twee eilanden voorbereidt.
Op dit punt willen HHM het advies van de Admiraliteiten vernemen.