6
Generaal
Van der Meyde rapporteert dat hij krachtens de resolutie van HHM d.d. 31
jan. van
Harderwijk naar
Zwolle
is gereisd om navraag te doen naar de hoeveelheid munten van 28
stuivers alsmede schellingen en
andere andere munten die daar
op de Munt sinds enige tijd geslagen zijn,. Door afwezigheid van
de essayeur heeft hij dit
niet kunnen achterhalen, maar hij heeft de magistraat van de stad
en de
muntmeester wel geïnsinueerd om de stempels van de penningen
en
andere munten in te trekken, op straffe van vervolging op grond van
de
uitgevaardigde plakkaten en de instructie op de Munt als dit niet
gebeurt. De magistraat neemt contact op met de betrokkenen.
Daarna is hij doorgereisd naar
Deventer, waar hij heeft geconstateerd dat er ten behoeve van een
plaatselijke koopman voor 2.000 gld. aan halve stuivers en 1.500
pond
aan duiten is geslagen.
In
Kampen vertelde men hem dat er in de afgelopen twee jaren geen
munten geslagen zijn, met uitzondering van 7.500 pond aan duiten op
de
Provinciale Munt. Men raadde hem wel aan die van
Emden te schrijven geen
zilveren
florijnen meer te slaan, omdat deze in de Republiek in grote
aantallen
circuleren, tot nadeel van de bevolking. Tot slot vroeg men HHM om
de
WIC
op te dragen de
muntmeesters niet met het riscio van het inslaan en het
terugbrengen van het zilver te belasten.
Van der Meyde moet een schriftelijk rapport met alle bijlagen indienen.