06/06/1629, 11

 
English | Nederlands

06/06/1629, 11

11 HHM lezen de vandaag ingediende nadere memorie van de graaf zu Schwarzenberg, gezant van de keurvorst van Brandenburg, conform de resolutie d.d. 31 mei. Aangaande het opbrengen van 100.000 rijksdaalder met rente wil de graaf tegemoet komen aan het voorstel van HHM en Z.Exc., namelijk dat voor deze schuld die landen moeten instaan die de keurvorst krachtens het verdrag toekomen. Schwarzenberg wil met HHM over de betalingstermijnen een overeenkomst sluiten en deze op schrift stellen. Wat het onderhoud van het krijgsvolk conform de alliantie betreft, meent de graaf dat HHM wanneer zij de intentie van het verdrag nalezen, zullen inzien dat de keurvorst daartoe niet gehouden is. Onder de huidige omstandigheden is dat nauwelijks profitabel, noch voor zijn eigen landen, noch voor de Republiek. Bijgevolg vraagt de graaf HHM enkele gedeputeerden af te vaardigen om over beide punten te spreken.
HHM antwoorden dat de graaf wel begrijpt dat hiermee niet aan de intenties van HHM wordt tegemoetgekomen. Derhalve moet hij accepteren dat HHM vasthouden aan hun weloverwogen resolutie van 31 mei.