2
De gedeputeerden van
Holland wijzen op de zwakke bezetting van
Harderwijk
en
Elburg en op de moeilijkheden die door een
overrompeling van deze
steden door de vijand voor de inwoners
van
de aangrenzende provincies zouden kunnen ontstaan. Ook zouden
vanuit deze steden vijandelijke aanvallen met sloepen en andere
schepen
op de
Zuiderzee kunnen worden ondernomen.
De RvS schrijft
Oenema in
Overijssel dat hij samen met de
ingenieur naar beide steden moet reizen om te inspecteren welke
werken,
munitie en geschut nodig zijn voor de verdediging. Zij
moeten dit schriftelijk rapporteren aan de RvS, die een beslissing
zal
nemen. Ook zal de RvS Z.Exc. op
de
hoogte brengen van de problemen, en hem in beraad geven om naast
de compagnie
die
naar elke stad gezonden is, meer soldaten te sturen.