2
Ter vergadering compareren
Von Plessen en
Ronsdorff, raden van de
koning van
Bohemen. Zij hebben eerst mondeling en daarna schriftelijk de
volgende
propositie ingediend.1 Ook tonen ze het
origineel van keizer
Ferdinand, geschreven aan
Balthasar
de Luniga, raad van de koning van Spanje. De
gedeputeerden
van de provincies verzoeken om een kopie van deze propositie,
die hun
wordt toegezegd.
Met Gods hulp waren de legers van HHM te land en ter zee zo succesvol, dat de tegenpartij hun om een bestand verzocht. De
koning van Bohemen feliciteert HHM daarmee, wijst hun op de oude
vriendschapsbanden en verzoekt HHM
dringend geen bestand te sluiten waarin niet uitdrukkelijk ook
zijn
restauratie bedongen wordt.
Ten eerste moeten HHM niets beloven zolang de Duitsers en met name de
Palts gebukt gaan onder het juk van het
huis
van Oostenrijk en
Spanje,
dat zijn fortuin
en grootheid
heeft gegrondvest op de ondergang van illustere, oude Duitse
families en met name van het keurvorstendom de Palts. De koning
wijst
erop dat de hele macht van het keizerrijk tegen de Verenigde
Provincies
ten strijde zou kunnen trekken. Ten tweede hebben
Oostenrijk
en Spanje en hun aanhang zich met hun optreden de vijandschap van
alle evangelische
staten van het keizerrijk op de hals gehaald en nu, na de roemrijke
overwinningen van
de
heren Staten, vrezen zij een gevaarlijke omwenteling. De
hoofdoorzaak
van de haat die Oostenrijk en Spanje koesteren tegen
de Palts ligt in het feit dat dit huis de zaak van HHM
was toegedaan. De
keizer heeft eerder in zijn brief aan de koning van Spanje d.d. 14
okt.
1621
meegedeeld dat de Republiek nooit onder het gezag van Spanje kan
worden gebracht, zolang de Palts niet is afgescheiden van het
keizerrijk. De koning herinnert HHM aan de
bepalingen
in het traktaat dat zij op 7 sept. 1625 sloten met de
koning
van Groot-Brittannië dat ook de Palts en aanhang
betreft, en
dat gekant is tegen de koning van Spanje en zijn aanhang. De koning
wijst
op de goede diensten die zijn voorgangers en met name zijn
vader
deze staat hebben bewezen. Wanneer de Palts wordt
uitgesloten
van het bestand dat nu aan HHM wordt voorgesteld, zal dat
onherstelbare
schade betekenen voor de koning van Bohemen en bijgevolg voor de
Duitse zaak, maar ook zijn weerslag hebben op die van de Verenigde
Provincies. Het gaat hier niet alleen om het belang van de koning,
maar
ook om het herstel van de vrijheid en het behoud van alle
orthodoxe
kerken, die zuchten onder het juk van de antichrist. Ze bidden
onophoudelijk voor de voorspoed van de Verenigde Provincies ten
dienste van de glorie van God (die het uiteindelijke doel van
al
ons handelen moet zijn). Eenmaal hersteld in hun erfgoederen zullen
HHM
de koning van Bohemen en zijn hele nageslacht met ware vriendschap
en
daden aan zich verplicht weten.
24/10/1629, 2
1
De in het Frans gestelde
propositie is geïnsereerd in S.G. 3188. Deze propositie is ook
gedrukt in Aitzema, S. &
O. kwarto II,
918-919/folio I,
902-903.